zelfstandig naamwoord in de nominativus

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1,2

Vrijdag 8 oktober

1. 5 minuten lezen 

2. korte herhaling: stam en uitgang bij zelfstandig naamwoorden

3. eerste naamval: nominativus 

Lesdoelen

Je weet het verschil tussen stam en uitgang 

Je kent het verschil tussen groep 1 en 2 van zelfst.nw.

Je leert de uitgangen en functie(s) van de nominativus

Allereerst: uitspraak Latijn

U spreek je uit als ‘oe’​

Ae spreek je uit als ‘ai’​

Qu spreek je uit als ‘kw’​

G spreek je uit als ‘g’ in good ​

C spreek je uit als ‘k’ ​

Oe spreek je uit als ‘oi’

hoe heet het deel van een zelfstandig naamwoord dat de betekenis van het woord geeft en niet verandert? (=lesdoel)

welke letters vormen de uitgang:
servus (=lesdoel)

1. serv
2. ser
3. vus
4. us

 groepen en geslachten

groep 1 woorden (op -a) zijn meestal vrouwelijk

groep 2 woorden op -us zijn mannelijk

groep 2 woorden op -um zijn onzijdig

wat is het geslacht+betekenis van serva? (=lesdoel)

uit welke groep komt dit woord: dea (=lesdoel)

1. groep 1
2. groep 2

wat is geslacht en groep van: convivium? (=lesdoel)

1. vrouwelijk, groep 1
2. mannelijk, groep 2
3. onzijdig, groep 1
4. onzijdig, groep 2

Onderwerp

De woordenboekvorm van zelfstandige naamwoorden is de vorm die als onderwerp gebruikt wordt.

In het Latijn heet die vorm: Nominativus

--> Nominativus is een naamval
---->naamval= vorm van een naamwoord, waarmee de functie in de zin wordt aangegeven

Hoe heet de woordenboekvorm in het Latijn?

wat is het geslacht van dona?

Functie nominativus=

1. onderwerp

2. naamwoordelijk deel van het gezegde 

Wat is een naamwoordelijk gezegde in het Nederlands?

In welke zin staat een naamwoordelijk gezegde? (meerdere antw.mogelijk)

1. Ik ben moe
2. Ik ga naar huis
3. Ik zie de docent
4. Ik ben de docent

Naamwoordelijk gezegde in NL

koppelwerkwoord+naamwoord 

-zelfst nw

-bijv nw

etc.

Naamwoordelijk gezegde in LA

Servus laetus est. (De slaaf is moe)

Silva bona est. (Het bos is mooi)

Naamwoordelijk deel

Servus laetus est. (De slaaf is blij)

Silva bona est. (Het bos is goed)

Wat is het naamwoordelijk deel? Mensa pulchra est. (De tafel is mooi.)

1. mensa
2. pulchra
3. est

vertaal: rex stultus est

vertaal: deus servus est

vertaal: donum aurum est

Wat zijn de twee functies van de nominativus?

Wat heb je geleerd deze les?

Huiswerk

Neem de grammatica nogmaals door en maak taaloefening A (over ow+lv)