Breedteligging, temperatuur en neerslag

Breedteligging, temperatuur en neerslag
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Breedteligging, temperatuur en neerslag

Slide 1 - Diapositive

Breedteligging
De afstand van een plek ten opzichte van de evenaar

Slide 2 - Diapositive

Invloed van de breedteligging
De breedteligging heeft gevolgen voor de temperatuur en de hoeveelheid neerslag in een gebied 

Slide 3 - Diapositive

Hoe verder van de evenaar, hoe kouder.
De breedteligging heeft gevolgen voor de temperatuur + hoeveelheid neerslag in een gebied

oorzaak:
 - rond de evenaar: rechte zonnestralen die een klein oppervlak verwarmen: meer warmte.
- bij de polen: schuine zonnestralen die een groot oppervlak verwarmen: minder warmte.

Slide 4 - Diapositive

Luchtstreken
Tropen
Gematigde zone
Poolstreken

Slide 5 - Diapositive

Opstijgende en dalende lucht 
Warme lucht bij de evenaar stijgt op:
  1. Opstijgende lucht koelt af.
  2. Waterdamp gaat condenseren tot  waterdruppels (wolken)
  3. Het kan gaan regenen

Rond de 30⁰ N.B. en Z.B. juist droog door dalende lucht:
  1. Dalende lucht warmt op.
  2. Waterdruppels in de wolken verdampen.
  3. De zon gaat schijnen.

Slide 6 - Diapositive

weinig neerslag           veel neerslag            weinig neerslag
                             woestijn steppe savanne regenwoud savanne steppe woestijn

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Waarom is de temperatuur van de lucht gemiddeld hoger bij de evenaar?
A
Het aardoppervlak warmt bij de evenaar veel meer op.
B
Verschil in luchtdruk bij de evenaar
C
Grotere hoeveelheid waterdamp bij de evenaar
D
Meer vegetatie bij de evenaar

Slide 9 - Quiz

Hoe ontstaat het temperatuurverschil tussen de evenaar en de polen?
A
Andere samenstelling van atmosfeer
B
Meer luchtvervuiling bij de polen
C
Zonnestralen verwarmen een kleiner oppervlak bij de evenaar.
D
Aarde draait sneller bij de polen

Slide 10 - Quiz

Waarom is het gemiddeld steeds kouder als je van de evenaar naar het noorden of zuiden gaat?
A
De atmosfeer wordt dikker
B
De luchtvochtigheid verandert
C
Zonnestralen vallen schuiner bij de polen.
D
De luchtdruk neemt af

Slide 11 - Quiz

Wat beïnvloedt de plantengroei in verschillende natuurlandschappen?
A
De hoogte van het gebied.
B
Temperatuur en hoeveelheid neerslag.

Slide 12 - Quiz

Waarom volgen de grenzen tussen vegetatiezones ongeveer de breedtegraden?
A
De temperatuur en neerslag hebben invloed op plantengroei.
B
Ze worden bepaald door de hoeveelheid zonlicht.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Aan de slag
3.2: 4, 5, 6, 7
Klaar?
vragen van 3.1 en 3.2 afmaken

Slide 16 - Diapositive