(2th) ontwikkeling, wat is arm en rijk? paragraaf 2 deel 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Planning:

• Introdcutie
• Uitleg paragraaf 2: welvaart meten en drie groepen landen blz. 8 tekstboek
  
• maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 2 blz. 8
  
• nabespreken paragraaf 2
• asluiting

Aan het einde van de les kan/weet je:

• wat welvaart is
• kan je het bnp/hoofd uitrekenen
• koplopers
• centrumlanden
• volgers
• ontwikkelingslanden
• achterblijvers

inloggen lessonup

download de lessonup app

voer je gebruikersnaam en wachtwoord in bij inloggen

voer de klascode in:pnygi

voer de lescode in (zie links onderin)

verzin een
titel

welvaart

De rijkdom van een land op basis van wat er verdiend wordt.

niet alleen door mensen die werken, maar ook door bedrijven, de overheid

bnp/hoofd

bnp/hoofd = het bruto nationaal product per hoofd (inwoner) van de bevolking
dit kan je berekenen door: Alles wat een land verdiend÷ aantal bewoners
Bijvoorbeeld:
NL verdient 780 Miljard. Er zijn 17 miljoen NL’ers
780000000000÷17.000.000=45882    = het bnp/hoofd

bnp/hoofd wereldwijd

drie groepen landen

landen kunnen in drie groepen worden verdeeld

1.  koplopers
2. volgers
3. achterblijvers
   

koplopers

rijke landen zoals Nederland, Canada en Japan
koplopers hebben de nieuwste/duurste spullen)

Volgers

• ontwikkelende landen zoals Brazilië, China, India en Rusland (BRIC-landen)
  
• niet hele rijke, maar ook niet hele arme landen

• volgers hebben niet de nieuwste spullen, maar lopen niet ver achter op de rijke landen
• grote verschillen in rijk en arm

achterblijvers

• veel landen in Afrika zoals Sudan, maar ook Cabodja en op dit moment Venezuela
• de meeste mensen verdienen een laag inkomen
• achterblijvers (lopen op veel gebieden achter op de rest van de wereld)

koplopers

volgers

achter

blijvers

Canada

Japan

Nederland

Brazilië

China

Rusland

India

Sudan

Cambodja

Venezuela

zelfstandig werken

lezen paragraaf 2 blz. 8 meten van welvaart
maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 2 H1
gebruik hierbij:

• tekstboek blz.8

• werkboek blz. 8
  

stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je  wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken

wat heb je deze les geleerd?

Hoe vond je deze les gaan? voor jezelf of klassikaal. geef een cijfer of leg uit