Zwarte, gele, rode wonden: kenmerken en verzorging volgens TIME model

Zwarte, gele, rode wonden: kenmerken en verzorging volgens TIME model
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Zwarte, gele, rode wonden: kenmerken en verzorging volgens TIME model

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je de verschillende soorten wonden identificeren en de TIME-methode toepassen om ze te verzorgen.

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je al over de verschillende soorten wonden en hoe je ze moet verzorgen?

Slide 3 - Carte mentale

Soorten wonden
Er zijn drie soorten wonden: zwarte, gele en rode. Een zwarte wond is necrotisch, een gele wond is geïnfecteerd en een rode wond is in de ontstekingsfase.

Slide 4 - Diapositive

TIME-model
Het TIME-model staat voor Tissue (weefsel), Infection (infectie), Moisture (vochtigheid) en Edge (rand). Het is een methode om wonden te beoordelen en te verzorgen.

Slide 5 - Diapositive

Tissue
Tissue verwijst naar het weefsel in en rond de wond. Het is belangrijk om te beoordelen of het weefsel gezond of necrotisch is.

Slide 6 - Diapositive

Infectie
Infectie kan de genezing van de wond vertragen. Het is belangrijk om te beoordelen of er sprake is van infectie en zo ja, om een behandeling te starten.

Slide 7 - Diapositive

Moisture
Een vochtige wond geneest sneller dan een droge wond. Het is belangrijk om te zorgen voor de juiste vochtigheidsgraad in de wond.

Slide 8 - Diapositive

Edge
De rand van de wond moet gezond zijn om genezing te bevorderen. Als de randen necrotisch zijn, kan dit de genezing vertragen.

Slide 9 - Diapositive

Verzorging
De verzorging van de wond moet gericht zijn op het bevorderen van de genezing. Dit kan worden bereikt door het toepassen van de TIME-methode en door gebruik te maken van de juiste verbandmiddelen.

Slide 10 - Diapositive

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Question ouverte

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Question ouverte