24-11-06-m4-rutina

Voorbereiding toets. Deze les:
- herhalen wederkerende werkwoorden
- schrijven over routine
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Voorbereiding toets. Deze les:
- herhalen wederkerende werkwoorden
- schrijven over routine

Slide 1 - Diapositive

startopdracht:
Noteer zoveel mogelijk:
1: Hele werkwoorden
2: Wederkerende werkwoorden
3: Werkwoorden in 1e persoon die niet wederkerend zijn.
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Wederkerende werkwoorden
  • Hoe kan je zien dat een werkwoord wederkerend is?


  • Waar moet je op letten bij de vervoeging?

het hele werkwoord eindigt op -se
Dat je het werkwoord goed vervoegt (-ar/-er/-ir)
Dat je het wederkerende voornaamwoorden ervoor zet.

Slide 3 - Diapositive

LEVANTARSE = opstaan
  1. me levanto
  2. te levantas
  3. se levanta
  4. nos levantamos
  5. os levantáis
  6. se levantan

Slide 4 - Diapositive

ACOSTARSE(-UE) = naar bed gaan

  1. me acuesto
  2. te acuestas
  3. se acuesta
  4. nos acostamos
  5. os acostáis
  6. se acuestan

Slide 5 - Diapositive

Geef de ik-vorm van ontbijten in het Spaans

Slide 6 - Question ouverte

Vervoeg naar de ik-vorm
ducharse

Slide 7 - Question ouverte

Vervoeg naar de jij-vorm:
peinarse (haren kammen)

Slide 8 - Question ouverte

Vervoeg naar de hij-vorm:
vestirse (i)

Slide 9 - Question ouverte

Otros verbos de la rutina diaria
Naast de wederkerende werkwoorden, zijn er ook een aantal "gewone" werkwoorden die je kan gebruiken als je over je dagelijkse routine praat.  

  • Desayunar (ontbijten)
  • Cenar (avondeten)
  • Ir al colegio (naar school gaan)
  • Volver del colegio (uit school komen)
  • Hacer los deberes (huiswerk maken)

Slide 10 - Diapositive

Tijdbepalingen: wanneer?
  • antes (de) + hele werkwoord
  • después (de) /luego
  • por la mañana, por la tarde, por la noche
  • kloktijden (a la una/a las dos,tres,cuatro…).
Frequentie: hoe vaak? 
  • los lunes, martes, etc.
  • todos los días, todas las mañanas
  • siempre
  • muchas veces 
  • a veces
  • casi nunca
  • nunca

Slide 11 - Diapositive

Schrijf over jouw 'rutina'
-Gebruik 6 plaatjes
-Gebruik de ik-vorm
-Kijk of het werkwoord wederkerend is.
-Kijk of er een klinkerwissel nodig is.

Gebruik verbindingswoorden.
Volgende dia inleveren

Slide 12 - Diapositive

Schrijf over je routine.
Gebruik 8 plaatjes

Slide 13 - Question ouverte