A-BLAUW: disk thema 'eten', modale ww (wk 12, les 2)

18-01-2023
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

18-01-2023

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DISK thema 4 'eten'

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuwe woorden leren
Schrijf de vertaling op de woordenlijst.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

het mes
  • scherp
  • om mee te snijden
  • om mee te smeren
  • het mes - de messen 
  • zin: Ik smeer boter met een mes.
  • zin: Het mes is heel scherp.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik ga boodschappen doen met...

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. mag niet


Je mag niet roken in de klas.
__________________________
__________________________

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Ik heb aardappels nodig.


  • Ik moet nodig plassen!
  • Ik moet nodig!                  

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

het ontbijt
  • het eten in de ochtend
  • het ontbijtje
  • zin: Ik start de dag met een lekker ontbijt.
  • zin: Mijn ontbijt is gezond. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ongeveer
Precies

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de sinaasappel
  • een oranje vrucht
  • de sinaasappel - de sinaasappels

  • zin: In sinaasappels zitten veel vitaminen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de sla

 

een plant met groene bladeren die je kunt eten

zin: Vanavond eten we sla bij de maaltijd.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

slecht
  • niet goed

  • zin: Snacks zijn slecht voor je gezondheid, want je wordt er dik van.
  • zin: Ik heb slecht nieuws: je hebt een onvoldoende

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de snack
  • iets kleins wat je eet tussen andere maaltijden door, meestal niet gezond
  • de snack - de snacks
  • zin: Tussendoor eet ik vaak een snack.
  • zin: Snacks kun je kopen in de snackbar.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • snel

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?

  • Nieuwe woorden
  • Zinsvolgorde
  • Modale werkwoorden
  • Kahoot
  • Vragen stellen
  • Rendictee
  • Domino
  • Jeugdjournaal


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is ook alweer de persoonsvorm?

Slide 16 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de persoonsvorm in deze zinnen?
De fiets viel tegen de lantaarnpaal.
Maaike wilde niet naar huis.
Op het strand ligt veel zand.
De zeehond is naar Engeland gezwommen.
Nederlandse les is altijd heel leuk.
Straks gaan we naar de bibliotheek.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke modale werkwoorden ken je?

Slide 18 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Modale hulpwerkwoorden geven een speciale betekenis aan de zin. Zo betekent:

kunnen = to be able to.....it's possible
mogen =to may, to be allowed to......to have the permission
moeten =to have to, to should......it's necessary
willen =to want to ......a wish
zullen =shall, to will ......to plan something.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Modale werkwoorden geven een andere betekenis aan de zin.
Vergelijk deze zinnen eens:

Petra zwemt

Petra kan zwemmen (she is able to, she has learned it)
Petra wil zwemmen (she wants to swim, so she is going to the swimming pool)
Petra mag zwemmen (she is allowed to swim, her mother said 'yes')
Petra moet zwemmen (she has to swim, otherwise she will drown)
Petra zal zwemmen (she will swim, despite she is being ill)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Modaal werkwoord+hele werkwoord

Ik moet ook nog iets kopen.
Mijn moeder wil naar de stad rijden.
Mag ik nog even slapen?
De leerlingen zullen goed werken.
Kunnen jullie even op mijn kind passen?


Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met een modaal werkwoord

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreken
Pak een kaartje en stel de vraag aan je klasgenoot.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rendictee
Maak teams (tweetallen).

Wie doet wat?
Één leerling gaat rennen en onthouden.
Één leerling schrijft het woord op.

Het groepje met de meeste correcte woorden is de winnaar!


Slide 32 - Diapositive

De docent bespreekt na afloop de betekenis van de woorden.