Week 6 Pizza (tonijn)

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Pizza

Wat heb je vorige week gemaakt?

lesdoelen

• Leerling kan de oorsprong van Pizza benoemen
• Kosten van een gerecht uitrekenen
• Een pizzabodem maken

Theorie

Pizza = één van de beroemdste 

Italiaanse gerechten

Herkomst: Napels, eten voor de armen

Streetfood: op straat verkocht

Pizzawet: regels over deeg dikte, beleg 

soorten, grootte en bereiding

Theorie

Opdracht: 

In je boekje ga je het recept berekenen

vaktaal

Schrijf de betekenis van de onderstaande woorden op:

Bestrijken

10 minuten

Vershoudfolie
Ovenwanten

voorbereiding

we gaan 3 kleine pannenkoeken maken. 

We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

emmer sop

1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

materialen

• Vork                                                           Snijplank 2x
• Weegschaal                                           Bekken 2x
• Maatbeker                                              Deegroller
• Kookwekker                                           Bakpapier

Ingredienten

• Gist 3,5 gram
• Suiker 0,5 eetlepel
• Lauwwarm water 16 ml
• Water 150 gram
• Bloem 250 gram
• Zout 0,5 theelepel
• Tomatensaus 90 gram 
  

uitvoeren

je gaat nu de vlaflip maken. 

Volg de stappen voor een goed resultaat

Stap 1  

Verzamel de materialen.

Stap 2

Verzamel en weeg de ingrediënten af.

Stap 3

Doe in een bakje:

• Suiker
• Gist
• Water (16 ml)
  Roer goed door tot het gaat schuimen

Stap 4

Zeef het bloem en doe zout erbij.

Maak een kuil en voeg het gist mengsel toe.

Stap 5

Meng met de vork beetje bij beetje het mengsel.

Als alle is gemengd kneed je 10 minuten

Stap 6

Deeg 15 minuten laten rijzen onder plastic folie

Stap 7 

Snij je groente voor op de pizza

Stap 8

Na 15 minuten verdeel je het deeg in 2 stukken.
Rol uit op bakpapier

Stap 9

Beleg de pizza:

1. Saus
2. Kaas
3. Groente

Stap 10

Bak de pizza 10 minuten op 220 graden

EETSMAKELIJK

afronden

na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

stap 1

Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

stap 2

maak je werkblad schoon

stap 3

Maak het fornuis schoon

stap 4

veeg en/of dweil de vloer. 

schoonmaaktaken: 

• wasbakken 1+2
• wasbakken 3+4
• Temperatuur meten
• werkbank controleren
• was vouwen

schoonmaaktaken:

• vloer vegen
  
• vloer schrobben
  
• vloer trekken
  
• kruidenkar
• tafels schoonmaken

Nabespreken

kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 

zijn er ook dingen die je anders zou doen?

antwoord dit op de volgende slides

Hoe smaakte het gerecht?

1. lekker
2. niet lekker
3. een beetje lekker
4. ik heb het niet geproefd

Wat ga je de volgende keer anders doen?

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding