3TL H8 + H10 herhalen

Wiskunde
Herhalen hoofdstuk 8 en hoofdstuk 10
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wiskunde
Herhalen hoofdstuk 8 en hoofdstuk 10

Slide 1 - Diapositive

Lisa fiets met een snelheid van 16 km/h. Ze moet 9,3km fietsen. Bereken hoeveel minuten ze hierover doet, rond af op helen.

Slide 2 - Question ouverte

Anton loopt 1,5 uur hij loopt met een gemiddelde snelheid van 2,7 m/s. Bereken hoeveel km hij heeft gelopen, rond af op 1 decimaal.

Slide 3 - Question ouverte

Voor een gember-moctail is het recept als volgt: 200ml limoensap, 250ml witte druiven sap, 700ml gingerdrank.
Julia wil een halve liter gember-moctail maken, hoeveel ml limoensap heeft zij nodig, rond af op helen.

Slide 4 - Question ouverte

Om het terras goed te reinigen wordt aangeraden om aan 10liter water, 50ml azijn en 75ml soda toe te voegen.
Alyssa heeft nog maar 45ml azijn, bereken hoeveel liter water ze moet gebruiken.

Slide 5 - Question ouverte

Geef de formule van de paarse lijn.

Slide 6 - Question ouverte

Geef de formule van de rode lijn.

Slide 7 - Question ouverte

Schrijf als getal
6,451014

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf als getal
9,041011

Slide 9 - Question ouverte

Los de vergelijking op:
20a+3 = -7+40a

Slide 10 - Question ouverte

-4t+3=-8t+19

Slide 11 - Question ouverte

125 minuten = .....uren en ..... minuten
(2x een getal invullen met een spatie ertussen)

Slide 12 - Question ouverte

220 seconden = .....minuten
en ..... seconden
(2x een getal invullen met spatie ertussen)

Slide 13 - Question ouverte

13,9 uren = ....uren en .... minuten
(2 getallen invullen met een spatie ertussen)

Slide 14 - Question ouverte

130 km/u=
A
36,1 m/s
B
468 m/s

Slide 15 - Quiz

5,6 jaren = ....jaren en .... dagen
(2 getallen invullen met een spatie ertussen)

Slide 16 - Question ouverte

Om cake te maken meng je 200 gram bloem met 150 gram boter. Hoeveel bloem heb je nodig voor een cake van 500 gram? (hele grammen afronden)

Slide 17 - Question ouverte

Geef de somformule:
P=13+36k
P=15k-3

Slide 18 - Question ouverte

Maak de oefentoets op papier
Gebruik zo nodig de theorie uit je boek.


Slide 19 - Diapositive