H3.6 Verbrandingsreacties

Verbrandingsreacties
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
nask2Middelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijsvmbo g, tLeerroute VGLeerroute VTLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Verbrandingsreacties

Slide 1 - Diapositive

Verbrandingen

Slide 2 - Carte mentale

Leerdoelen

Doel: Verbrandingsreacties kunnen opstellen

Wat ga ik vandaag uitleggen:

  • Branddriehoek
  • Volledige verbranding
  • Onvolledige verbranding
  • Verbranding van elementen
  • Reagentia
  • Reactiesnelheid invloeden


Slide 3 - Diapositive

Stoffen
Voorwaarden verbranding


Een
brand
ontstaat alleen
wanneer
alle



drie
de
voorwaarden aanwezig
zijn.






Wanneer

1 van de voorwaarden
wordt



weggehaald,
dooft het vuur.



Een
verbrandingsreactie is altijd een reactie met zuurstof.




Bij
een
verbrandingsreactie komt altijd warmte vrij: Exotherm.





Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Verbrandingsverschijnselen
  • Vlam = hoeveelheid gloeiend gas
  • Vonken = kleine vaste gloeiende deeltjes die wegspringen of met hete rook omhoogstijgen
  • Rook = zeer fijn verdeelde vaste deeltjes die NIET gloeien (niet heet genoeg)
  • Asresten = vrijgekomen vaste stoffen die GEEN rook of vonken vormen

Slide 6 - Diapositive

Verbrandingen
Verbrandingsreacties

Slide 7 - Diapositive

  • Bij een verbrandingsreactie reageren de brandstof en zuurstof in een vaste massaverhouding
  • Overmaat = een gedeelte van een beginstof blijft na afloop van de reactie over.
Een overmaat aan zuurstof is geen probleem, dit mengt zich met de lucht. 
Een overmaat van een andere stof is meestal ongewenst > het reactieproduct is GEEN zuivere stof!

Slide 8 - Diapositive

Volledige verbranding

Volledige verbranding: een verbranding met voldoende zuurstof, het is een schone verbranding

Kenmerken: geen rook, blauwe of kleurloze vlam, alle brandstof verbrandt, er ontstaat water en koolstofdioxide.


Een verbranding is een chemische reactie met zuurstof, er verdwijnen stoffen en er ontstaan andere stoffen.


Slide 9 - Diapositive

Onvolledige verbranding

Onvolledige verbranding: een verbranding met te weinig zuurstof. Het is geen schone verbranding.

Kenmerken:wel rook zichtbaar, gele vlam (brandende roetdeeltjes, niet alle brandstof verbrandt, er ontstaat water, roet en koolstofmonoxide.

Slide 10 - Diapositive

Onvolledige verbranding
Volledige verbranding
  • voldoende zuurstof
Onvolledige verbranding
  • Onvoldoende zuurstof
  • Andere reactieproducten
Zeer giftig gas!

Slide 11 - Diapositive

Verbranding elementen

Een verbranding is een reactie met zuurstof. Bij de verbranding van een element ontstaat het oxide van dat element.

Verbranding van:

Cu -> Koperoxide = CuO            Mg->Magnesiumoxide  = MgO

Al -> Aluminiumoxide = Al2O3

S -> Zwaveldioxide = S2O

H2 -> Diwaterstofoxide = H2O = Water


Slide 12 - Diapositive

Oxidatie = reactie tussen zuurstof en een andere stof
Bij een verbranding ontstaan zuurstofverbindingen = oxiden. Bij een volledige verbranding, dus met voldoende zuurstof ontstaan oxiden van de elementen (de atoomsoorten) in de brandstof.
In Methaan (CH4) zitten C en H
Na verbranding CO2 en H2O

Koper > koperoxide
Magnesium > magnesiumoxide 

Slide 13 - Diapositive

Aantonen verbrandingsproducten
Reagens = stof die een andere stof zichtbaar maakt
  • Water maakt wit kopersulfaat blauw 
  • Water maakt witte custard geel 
  • Koolstofdioxide maakt helder kalkwater troebel
  • Broomwater met Zwaveldioxide wordt helder
Producten zijn niet altijd te zien. Denk aan waterdamp en koolstofdioxide. Je kunt ze wel aantonen

Slide 14 - Diapositive

Verbrandingen
Reactiesnelheid

Slide 15 - Diapositive

Snelle verbranding: stof verbrandt bijna onmiddellijk
Voorwaarden: 
  • brandstof en zuurstof komen snel in contact 
  • temperatuur is hoog genoeg

Explosie = hoge reactiesnelheid

Reactiesnelheid = de hoeveelheid stof die in een bepaalde tijd reageert of ontstaat

Langzame verbranding: verbranding zonder vuurverschijnselen, lage reactiesnelheid

Slide 16 - Diapositive

Reactiesnelheid beïnvloeden
  • soort stof
  • verdelingsgraad fijne verdeling van de stof
  • concentratie de hoeveelheid stof in een mengsel
  • temperatuur hogere temperatuur = snellere reactie
  • katalysator stof die reactiesnelheid verhoogt, zonder daarbij zelf verbruikt te worden

Slide 17 - Diapositive

Volledige verbranding
Onvolledige verbranding
Zet de elementen in de juiste groep.
Er is sprake van een goede luchttoevoer
Voldoende zuurstof
Er is onvoldoende zuurstof om de brandstof volledig te verbranden
Na de reactie is er een overmaat van de brandstof
Roet
Er ontstaat rook
Er ontstaat CO
Er ontstaat koolstofdioxide

Slide 18 - Question de remorquage

Wat betekenen de onderstaande pictogrammen?
Explosief
Explosieve, zelfontledende stoffen en organische peroxiden die bij verhitting kunnen ontploffen.
Oxiderend
Oxiderende gassen, vaste stoffen en vloeistoffen die brand en ontploffing kunnen veroorzaken of intensiveren.
Giftig
Chemische stoffen met dit etiket zijn acuut giftig bij contact met de huid. Inademen of inslikken kan dodelijk zijn.
Licht ontvlambaar
Brandbare gassen, aerosolen, vloeistoffen en vaste stoffen. 

Slide 19 - Question de remorquage

Is hier sprake geweest van een volledige verbranding?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Kan koolstofdioxide aangetoond worden?
A
Nee, het is geur- en kleurloos.
B
Nee, het is een gas.
C
Ja, met helder kalkwater.
D
Ja, door het gas te condenseren.

Slide 21 - Quiz

Wat voor soort stof is wit kopersulfaat?

Slide 22 - Question ouverte

Welke stof veroorzaakt zure regen?
A
Zwavel
B
Ammoniak
C
Stikstofoxiden
D
Zwaveldioxide

Slide 23 - Quiz