Nieuwsbericht schrijven

Schrijven
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Schrijven

Slide 1 - Diapositive

Schrijven - Nieuwsbericht

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van deze les weet je...

... hoe je een tekst verdeeld in alinea's die een logische volgorde hebben.

...  wat de 5 W+H-vragen zijn.

... hoe je een informatief nieuwsbericht schrijft.



Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

WAT VOOR NIEUWS STAAT ER IN EEN KRANT? 
  • Lokaal/regionaal nieuws; TEKSTDOEL= informerend
  • Binnenlands en buitenlands nieuws = informerend
  • Sportnieuws = informerend of amuserend
  • Cultureel nieuws = amuserend of overtuigend
  • Politiek/economisch nieuws = informerend
  • Cartoons/familieberichten/ingezonden stukken/column etc. = amuserend/informerend/overtuigend

Slide 5 - Diapositive

DE 5 W+H-VRAGEN
  • In een nieuwsbericht geef je informatie over een gebeurte-nis en je vertelt de lezer in 't kort alles wat hij moet weten.
  • Dat doe je door in het artikel antwoord te geven op de 5W+H-vragen: WIE, WAT, WAAR, WANNEER, WAAROM en HOE?!
  • Zo ontstaat er een volledig informerend artikel met een logische volgorde, waarin de antwoorden op deze vragen zijn verdeeld in alinea's met een inleiding, middenstuk en slot.

Slide 6 - Diapositive

 HOE SCHRIJF JE EEN ALINEA?
  • Een alinea bestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen, omdat ze over hetzelfde deelonderwerp gaan.
  • De belangrijkste informatie staat in de eerste zin: KERNZIN.
  • Bijvoorbeeld in de Limburger stond onder de krantenkop bij regionaal nieuws 'Vluchtelingen in vrachtwagen op A2 bij Beek' als kernzin: "De politie heeft gisterochtend vier verstekelingen aangehouden."

Slide 7 - Diapositive

DEELONDERWERPEN
  • Daarna schrijf je de informatie die je verder nog aan de lezer wilt laten weten over wat er is gebeurd of met wie of waar.
  • Bijv.: "Ze zaten in een vrachtwagen die omstreeks negen uur staande werd gehouden op de A2 ter hoogte van Beek."
  • Je begint een nieuwe alinea op een nieuwe regel als je over een ander deelonderwerp gaat schrijven, bijvoorbeeld als je uitgebreider wilt antwoorden op de vragen 'waarom' en 'hoe'.

Slide 8 - Diapositive

Wie is er in het nieuws?
Kies een (bekende) persoon die nu in het nieuws is.
Schrijf zijn of haar naam op.

Slide 9 - Question ouverte

Wat is er gebeurd met de persoon die je hebt gekozen?
Hoe? Waarom? Waar? Wanneer?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Lien

Slide 12 - Lien

ZELF EEN KORT NIEUWSBERICHT SCHRIJVEN

Slide 13 - Diapositive

TEKSTINDELING
  1. KOP (onderwerp: pakkende titel).
  2. Alinea 1=inleiding met deelonderwerp (bv. antwoorden op de vragen wat/wie/waar) met kernzin.
  3. Alinea 2=middenstuk met deelonderwerp (bv. antwoorden op de vragen wanneer/waarom) met kernzin.
  4. Alinea 3=slot, waarin je het artikel mooi afrond door bv. antwoord te geven op de vraag hoe het afloopt, met kernzin.

Slide 14 - Diapositive

Geef eerst antwoord op de vragen!
Wie? …
Wat? …
Waar? …
Wanneer? …
Waarom? …
Hoe? …

Slide 15 - Diapositive

Informerende tekst
Als je een informerende tekst, een nieuwsbericht bijvoorbeeld, moet maken dan begin je niet meteen met schrijven. Je bereidt het schrijven eerst voor. Dat doe je door antwoord te geven op een aantal vaste vragen, de 5xW+H-vragen.

Als je de vragen hebt beantwoord dan kun je beginnen met het schrijven van je informerende tekst. In je tekst komen alle antwoorden te staan.


Slide 16 - Diapositive

Maak nu zelf een informerende tekst.
Schrijf een nieuwsbericht over iets wat kortgeleden in je eigen leven is gebeurd. Dat kan een bijzondere gebeurtenis zijn: je hebt bijvoorbeeld het winnende doelpunt gemaakt in een belangrijke wedstrijd. Het kan ook een normale gebeurtenis zijn: je hebt bijvoorbeeld een paar nieuwe sneakers gekocht.

Over welke gebeurtenis uit je eigen leven ga je een nieuwsbericht schrijven?

Slide 17 - Diapositive

Lees je artikel voor!
Klaar voor druk?
  • Pakkende titel?
  • 3 alinea's met kernzinnen en deelonderwerpen?
  • Antwoorden op alle 5 W- en H-vragen?
  • Geen hoofdletters en punten vergeten? 
  • Tussenkopje?

Slide 18 - Diapositive

ONDERWERP/TIJD/HOE
Je kiest 1 onderwerp uit de volgende 3 thema's:
  • sportwedstrijd
  • ongeluk
  • herfst
Iedere leerling schrijft zijn artikel individueel: 10 minuten
Er is dus geen overleg, ook niet op fluistertoon...
Let op je spelling en nieuwe regels bij elke alinea! Tussenkopje?!

timer
10:00

Slide 19 - Diapositive