Aan het einde van deze les kun je drie voorbeelden geven van fictie.
Slide 4 - Diapositive
Wat is fictie volgens jou?
Slide 5 - Carte mentale
Wat is fictie?
Verhalen die je willen vermaken door spannende, romantische, droevige, griezelige of grappige gebeurtenissen. Ze nemen je mee naar een niet bestaande wereld of naar een andere tijd. Die verzonnen gebeurtenissen noem je fictie.
Fictie is dus niet echt gebeurd.
Slide 6 - Diapositive
2.3, p. 6/7 - Wat is fictie? Hoofdgenres
- Proza: romans, novelles en verhalen
- Poëzie: gedichten en liedjes
- Toneel: gespeelde/ gesproken tekst, tragedie of komedie, in
theater of schouwburg
Slide 7 - Diapositive
Hoofdgenres
Proza
Poëzie
Toneel
Romans en verhalen
-bladzijdes worden volledig gevuld;
-onderverdeling in alinea's en hoofdstukken
Gedichten en liedjes
-veel wit op de pagina;
-regels worden niet volgeschreven;
-ongelijke regels;
-tekst soms verdeeld in strofen
Gesproken tekst
-toneel;
-film;
Slide 8 - Diapositive
Fictie of non-fictie?
Slide 9 - Diapositive
Fictie of non-fictie?
Slide 10 - Diapositive
Fictie of non-fictie?
Twee videofragmenten
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Slide 13 - Vidéo
'Op Niveau' 1, p. 7, 2.3, opdracht 5
--> Lees de theorie en beantwoord de vragen.
1. Wat is het verschil tussen proza en poëzie?
2. Noem vier verschillen tussen een roman en een novelle.