Seizoenen afsluiting

seizoenen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

seizoenen

Slide 1 - Diapositive

Welk seizoen komt na de zomer?
A
lente
B
winter
C
herfst

Slide 2 - Quiz

Wat voor weer is het vaak in de herfst?
A
Het regent en de zon schijnt
B
De zon schijnt
C
Er is mist
D
Het regent en er is mist

Slide 3 - Quiz

In de winter zijn de bomen kaal.
Ze hebben geen bladeren.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Wat doen de vogels in de lente?
A
Ze maken een nest en leggen een ei
B
Ze slapen
C
Ze leggen een ei
D
Ze gaan naar een warm land

Slide 5 - Quiz

Wat doen de mensen in de zomer als het mooi weer is?
A
wandelen
B
fietsen
C
zwemmen
D
wandelen, fietsen en zwemmen

Slide 6 - Quiz

In welk seizoen kan je zwemmen?
A
Herfst
B
zomer
C
winter

Slide 7 - Quiz

In welk seizoen vallen de blaadjes van de bomen?
A
zomer
B
lente
C
herfst
D
winter

Slide 8 - Quiz

wat gebeurd er in de herst?
A
dan vallen de blaadjes van de bomen
B
dan ga je zwemmen
C
dan ga je een sneeuwpop maken

Slide 9 - Quiz

In een jaar zitten:
A
06 maanden
B
24 maanden
C
31 maanden
D
12 maanden

Slide 10 - Quiz

De vierde maand van het jaar is
A
April
B
Mei
C
Juli
D
September

Slide 11 - Quiz

De tweede maand van het jaar is
A
Maart
B
Mei
C
Januari
D
Februari

Slide 12 - Quiz

De negende maand van het jaar is
A
Oktober
B
September
C
Augustus
D
Na de grote vakantie

Slide 13 - Quiz


Welke maanden zijn in de zomer
A
September en oktober
B
Juni en juli
C
Maart en april
D
Juli en augustus

Slide 14 - Quiz


Waarom zijn er seizoenen?
A
De aarde draait om de zon
B
De zon draait om de aarde
C
De aarde staat schuin
D
De zon schijnt

Slide 15 - Quiz

Lente
zomer
herfst
winter

Slide 16 - Question de remorquage