Spelling les 2

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
- Ik weet hoe ik komma’s, dubbele punten, aanhalingstekens en puntkomma’s moet gebruiken in lastige gevallen 
- Ik kan (digitale) hulpmiddelen gebruiken om de spelling van mijn teksten te controleren 


Slide 2 - Diapositive

Lesprogramma
- Welkom en introductie (5 min)
- Lezen (10 min)
- Terugblik (5 min)
- Instructie eindopdracht weektaak 2 (5 min)
- Zelfstandig werken aan weektaak 2 (35 min)
- Afsluiting (5 min)

Slide 3 - Diapositive

Literatuurprogramma

Slide 4 - Diapositive

Terugblik
Formuleren en Spelling

Slide 5 - Diapositive

De Friesche Elfstedentocht wordt al meer dan twintig jaar niet meer georganiseerd.

Slide 6 - Diapositive

We rijden vandaag door Nederland, België, en Luxemburg.
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 7 - Quiz

'Waarmee kan ik u helpen?', vroeg de medewerkster.
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 8 - Quiz

Wat is goed / congruent?
A
Twintigduizend mensen bezocht het festival
B
Twintigduizend mensen bezochten het festival

Slide 9 - Quiz

Wat is goed / congruent?
A
Een partij sportschoenen spoelde aan op het strand
B
Een partij sportschoenen spoelden aan op het strand

Slide 10 - Quiz

Zelfstandig werken
- Werk verder aan weektaak 2 (zie leerdoelenkaart) Dinsdag weektaak  af en inleveren 
Eindopdracht weektaak  
Als eindopdracht van deze weektaak schrijf je een korte tekst (ongeveer 6 zinnen) over een Europees land zonder leestekens en hoofdletters. Probeer ervoor te zorgen dat je ook de lastige leestekens (komma, dubbele punt, aanhalingstekens en puntkomma) in de opdracht verwerkt.
Zorg dat je zelf een versie hebt met de leestekens en hoofdletters op de juiste plaats. 
Eisen: volgende les inleveren en zorg dat leesbaar is (getypt of geschreven)

Hoe: individueel (je mag fluisterend iets vragen) je mag met oortjes in werken!

Slide 11 - Diapositive

Afsluiting
Dinsdag: weektaak 2 helemaal klaar en eindopdracht inleveren!

Slide 12 - Diapositive