Leçon 4 Commande en ligne (Grammatica uitleg)

C'est quel jour? 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

C'est quel jour? 

Slide 1 - Diapositive


Livre de textes p. 70


We gaan 2 grammatica onderdelen behandelen.

Welke onderdelen :

1) meervoud lidwoord

2) het bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Diapositive

1))   Meervoud lidwoorden: 


* Zelfstandig naamwoord in meervoud : s erachter


* le, la, l'   > wordt in het meervoud > les
+ s achter het zelf.nw

* un, une (een)   > wordt in het meervoud des


Maar: 
les filles = de meisjes
des filles = meisjes 

Slide 3 - Diapositive

Maak meervoud:
une soeur

Slide 4 - Question ouverte

Maak meervoud:
une langue

Slide 5 - Question ouverte

Maak meervoud:
un magasin

Slide 6 - Question ouverte

Hoe vertaal je in het Nederlands:
des casquettes

Slide 7 - Question ouverte

2))  Bijvoeglijk naamwoord:


le grand garçon

la grande fille

les grands garçons

les grandes filles

Slide 8 - Diapositive

Vul juiste vorm van bijvoeglijknaamwoord in:

La maison est.......................................(groot=grand)

Slide 9 - Question ouverte

Vul de juiste vorm in van het bijvoeglijknaamwoord:
un 't shirt ...................................(wit)

Slide 10 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:

Julie aime la jupe .............................(zwart)

Slide 11 - Question ouverte

Vul de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in:
Une robe ...................................(blauw)

Slide 12 - Question ouverte



VRAGEN OVER HET BIJVOEGLIJK NAAMWOORD?

Slide 13 - Diapositive