Thema 2 week 1 les 3

Werkwoordspelling

verleden tijd.

1 / 11

Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling

verleden tijd.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van de les kun je werkwoorden in de verleden tijd als proeven en reizen schrijven

Slide 3 - Diapositive

Wat is de stam van het werkwoord?

Schrijf de stam van het werkwoord op je wisbordje

Slide 4 - Diapositive

Stap 1: Vind de stam

Rennen

Slide 5 - Diapositive

Stap 2: Wat is de laatste letter van de stam?

ren

Slide 6 - Diapositive

Zit de laatste letter in 't kofschip?

ren

Slide 7 - Diapositive

Ja? Er komt te of ten achter

Slide 8 - Diapositive

Nee? Er komt de of den achter

rende

Slide 9 - Diapositive

Samen

Horen, maken, slepen

Slide 10 - Diapositive

Maak oef 1 en 2

Slide 11 - Diapositive

Thema 2 week 1 les 3

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Plus de leçons comme celle-ci

2BBA maandag 22 maart

Werkwoordspelling + hoofdletters

Blok 2 spelling

ISK A Grammatica

Een worst met een gezicht en verleden tijd herhalen

Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen

dag 5 *** zinnen met verleden tijd (wie + doet + waar)

Taal, thema 2 les 17