3B voorzetsels en verwijswoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Voorzetsel

Een voorzetsel geeft vaak plaats, tijd of reden/oorzaak aan

Plaats

- In de keuken

- Naast je bril

- Onder de krant

- Naar buiten

Tijd

- De nieuwe plattegrond geldt sinds vorige week.

- Tijdens de uitleg moest ik super nodig naar het toilet.

Reden/oorzaak

- Door de blaadjes op het spoor vielen er veel treinen uit.

Voorzetsel als deel van een vaste combinatie

- Door middel van

- Met betrekking tot

Let op!

- Delen van scheidbare werkwoorden noem je geen voorzetsel!

'Ik nodig mijn oma uit op mijn verjaardag.'

Uit hoort bij het werkwoord 'uitnodigen' en is dus geen voorzetsel.

'De vogel vliegt uit de kooi.'

Uit is hier wel een voorzetsel.

Voorzetsel herkennen

- Een voorzetsel staat meestal ( niet altijd) voor een lidwoord of een voornaamwoord.

'De brief ligt op de tafel.'

'Voor hij naar school gaat, eet hij een broodje.'

- Een voorzetsel kan ook achter een zelfstandig naamwoord staan. Dan geeft het vaak richting aan.

'Ik loop het strand op.'

Noem een voorzetsel dat plaats aan kan geven.

Noem een voorzetsel dat tijd aan kan geven.

Klik op het voegwoord dat een reden/oorzaak aangeeft.

1. Naar
2. Van
3. Door
4. Na

Een deel van een scheidbaar werkwoord noem je ook een voorzetsel.
(Bijvoorbeeld uitnodigen)

1. Waar
2. Niet waar

Ik kan nu een voorzetsel herkennen

1. Waar
2. Niet waar

Startopdracht

De ondernemende peuter kroop ... de tafel.

Naar, achter, op, aan, voor, na, onder, tussen, vanwege, om, naast en tijdens

Huiswerk

Bladzijde 150

Opdracht 1 tot en met 3

Wat vonden jullie van deze les?

Leuk

Stom

Grappig

Leerzaam

Iets anders

Wij willen eerder weg om suuuuuuper hard aan Nederlands te gaan werken.

Ja

Nee