Proeftoets H3 Voeding P1 Mens en gezondheid

Proeftoets H3 Voeding 
P1 Mens en gezondheid



1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Proeftoets H3 Voeding 
P1 Mens en gezondheid



Slide 1 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van gezonde voeding?
A
Bewerkte voedingsmiddelen eten
B
Veel gezonde voedingsmiddelen eten
C
Veel soorten voedingsmiddelen eten
D
Voedingsmiddelen die vol van smaak zijn eten

Slide 2 - Quiz

Waarom is gezonde voeding belangrijk voor je?
A
alleen voor je geestelijke gezondheid
B
alleen voor je lichamelijke gezondheid
C
voor je geestelijke en lichamelijke gezondheid
D
alleen voor je sociale gezondheid

Slide 3 - Quiz

Gezond eten verkleint de kans op ziekten zoals
A
suikerziekte type 1
B
suikerziekte type 2

Slide 4 - Quiz

Wat is waar over de Schijf van 5?
A
Dit is een voorlichtingsmodel over gezond en gevarieerd eten
B
Hier zitten alle voedingsstoffen in die je de hele dag door eet

Slide 5 - Quiz

Het product op de afbeelding is een voorbeeld van een
A
bewerkt product
B
volwaardig product

Slide 6 - Quiz

Welke voedingsmiddelen zitten in het gele vlak van de Schijf van Vijf?
A
Brood, graanproducten en aardappelen
B
Oliën en vetten
C
Vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel
D
Water, thee en koffie

Slide 7 - Quiz

Welke voedingsmiddelen behoren in het blauwe vlak van de Schijf van Vijf?
A
Brood, graanproducten en aardappelen
B
Oliën en vetten
C
Vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel
D
Water, thee en koffie

Slide 8 - Quiz

Welke voedingsmiddelen behoren in het oranje vlak van de Schijf van Vijf?
A
Brood, graanproducten en aardappelen
B
Oliën en vetten
C
Vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel
D
Water, thee en koffie

Slide 9 - Quiz

Welke voedingsmiddelen behoren in het roze vlak van de Schijf van Vijf?
A
Groenten en fruit
B
Oliën en vetten
C
Vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel
D
Water, thee en koffie

Slide 10 - Quiz

Welke voedingsmiddelen behoren in het groene vlak van de Schijf van Vijf?
A
Brood, graanproducten en aardappelen
B
Groenten en fruit
C
Vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel
D
Water, thee en koffie

Slide 11 - Quiz

Waar hoort dit product in de schijf van 5?
A
Blauwe vlak
B
Gele vlak
C
Groene vlak
D
Oranje vlak

Slide 12 - Quiz

Waar hoort dit product in de schijf van 5?
A
Blauwe vlak
B
Gele vlak
C
Roze vlak
D
Oranje vlak

Slide 13 - Quiz

Waar hoort dit product in schijf van 5?
A
In het blauwe vlak
B
In het gele vlak
C
In het roze vlak
D
In het oranje vlak

Slide 14 - Quiz

Waar hoort dit product in schijf van 5?
A
In het blauwe vlak
B
In het gele vlak
C
In het roze vlak
D
In het oranje vlak

Slide 15 - Quiz

Waar hoort dit product in schijf van 5?
A
In het blauwe vlak
B
In het gele vlak
C
In het groene vlak
D
In het oranje vlak

Slide 16 - Quiz

Waarom is een croissant niet toegevoegd aan de schijf van 5?
A
Er zit teveel suiker in
B
Er zitten teveel verzadigd vetten in
C
Er zitten teveel vezels in
D
Er zit teveel zout in

Slide 17 - Quiz

Op hoeveel graden zet je je koelkast om voedselvergiftiging te voorkomen?
A
0 gr
B
2 gr
C
4 gr
D
6 gr

Slide 18 - Quiz

Hoe lang kun je gekookt drinkwater maximaal bewaren om veilig te kunnen drinken?
A
Maximaal 3 dagen
B
Maximaal 1 week
C
Maximaal 24 uur
D
Maximaal 48 uur

Slide 19 - Quiz

Hoe lang kun je een restje eten in de koelkast bewaren?
A
Maximaal 1 dag
B
Maximaal 2 dagen
C
Maximaal 3 dagen
D
Maximaal 4 dagen

Slide 20 - Quiz

Wat zijn 'additieven'?
A
Aanvullingen op de dagelijkse voeding
B
Ingrediënten die een allergische reactie kunnen veroorzaken
C
Logo op een product waarmee de fabrikant de kwaliteit van het product beloofd
D
Stoffen die aan een product worden toegevoegd om de smaak te verbeteren

Slide 21 - Quiz

Wat zijn 'allergenen'?
A
Ingrediënten die bederfelijke producten bevatten
B
Ingrediënten die een allergische reactie kunnen veroorzaken
C
Ingrediënten die worden toegevoegd om bederf tegen te gaan
D
Ingrediënten die zijn bedoeld als aanvulling op de dagelijkse voeding

Slide 22 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een THT product?
A
Kipfilet
B
Open bakje yoghurt
C
Pindakaas
D
Biefstuk

Slide 23 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een TGT product?
A
Rijst
B
Suiker
C
Verse vis
D
Zout

Slide 24 - Quiz

Wat betekent 'voedingsclaim'?
Een voedingsclaim
A
zegt iets over de eigenschappen van het product
B
zegt iets over de kwaliteit van het product
C
zegt iets positiefs over de samenstelling van het product
D
zegt iets over hoe gezond het product is

Slide 25 - Quiz

Wat is waar over lightproducten?
A
In een lightproduct moeten minstens 30% minder calorieën zitten dan in een gewoon product
B
In een lightproduct moeten minstens 50% minder calorieën zitten dan in een gewoon product

Slide 26 - Quiz

Waarom is het goed om iedere dag 30 minuten naar buiten te gaan?
A
Voor de aanmaak van Vitamine A
B
Voor de aanmaak van Vitamine B
C
Voor de aanmaak van Vitamine C
D
Voor de aanmaak van Vitamine D

Slide 27 - Quiz

Waarvoor is vitamine D belangrijk?
A
om op een gezond gewicht te blijven
B
voor het hebben van gezond haar
C
voor het houden van sterke botten
D
zodat je niet duizelig wordt

Slide 28 - Quiz

Wat betekent volwaardige voeding?
A
Alle voedingsmiddelen uit de schijf van 5
B
Voedingsmiddelen met toegevoegde smaakstoffen
C
Voeding die zo min mogelijk bewerkt is
D
Voedingssupplementen

Slide 29 - Quiz

Wat zijn voedingssupplementen?
Voedingssupplementen zijn bedoeld
A
als aanvulling van de dagelijkse voeding
B
ter vervanging van de dagelijkse voeding

Slide 30 - Quiz

Wat vond je van deze proeftoets?
A
makkelijk
B
best lastig
C
moeilijk
D
niet te doen

Slide 31 - Quiz