3.1 Organismen in hun omgeving

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

3.1 Organismen leven samen

lesdoelen 

Leerdoelen:

• Je kunt uitleggen wat een ecosysteem is.
• Je kunt biotische- en abiotische factoren opnoemen in verschillende ecosystemen.

• Je kunt uitleggen hoe planten zich aanpassen aan verschillende ecosystemen. (Aan bijvoorbeeld hitte).

Hoe noem je het waar planten en dieren leven?

Niet levende natuur=

=levende natuur

Leg uit dat voedselketens de overdracht van energie en voedingsstoffen tonen van het ene organisme naar het andere. Bespreek de verschillende schakels in een voedselketen.

Tropisch regenwoud        Savanne       Steppe       Woestijn 

Ecosysteem: een gebied waar verschillende soorten leven. Het is een leefgebied met een kenmerkende abiotische en biotische factoren

Geef eens een voorbeeld van een ecosysteem die je hier ziet

welke biotische / abiotische factoren zijn er in een woestijn vs Tropische regenwoud

Woestijn

Tropisch regenwoud: vochtige omgeving

• Organismen verschillen per ecosysteem enorm. Hoe kan dat?

•  Ze proberen hun kans van overleving te vergroten door zich aan te passen.

Ook planten passen zich aan

om voldoende licht en water te krijgen

<-voorjaarsbloeiers: vroeg

klimplanten, hoogte in->

<-wortelrozet: ruimte

woestijnplanten, water->

• Kleine en vlezige bladeren (dik)
  
• Weinig (en diep gelegen) huidmondjes
  
• Aangepast wortelstelsel
  
• Stekels/waslaag/haartjes op het blad
  

Aanpassing planten - woestijn

3.1 organismen in hun omgeving

Tropisch regenwoud        Savanne       Steppe       Woestijn 

Wat is een ecosysteem?

Ecosysteem: een gebied waar verschillende soorten leven. Het is een leefgebied met een kenmerkende abiotische en biotische factoren

Geef eens een voorbeeld van een ecosysteem die je hier ziet

welke biotische / abiotische factoren zijn er in een woestijn vs Tropische regenwoud

Ook dieren passen zich aan hun omgeving aan.

• warmte afgeven (oren)
• leefstijl ('s nachts)
• Isolatie vacht
•  Isolatie vetlaag

Kun jij een aanpassing noemen tussen:

• Een vleeseter en een planten eter?

• Een watervogel , een wad loper en een roofvogel?

Het gebit is aangepast op het voedsel

De poten zijn aangepast aan hun voedsel

de poot van een vogel is aangepast op waar je de vogel vind. zo hebben vogels die veel zwemmen zwemvliezen.

grijppoten        grijppoten                 looppoten             zwempoten          steltpoten

klimpoten

Vogels (snavel)

Ook de snavel is aangepast aan het voedsel