Les 5

• Onderwijsassistenten
• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Wensen en behoeften van het kind 

Les 5 

Inhoud les 

• Terugblik vorige les 
•  Observeren 
• Werken aan de module opdracht 

Theorie

Lezen met elkaar: 

Methodiek: blz. 113 t/m 118

Soorten observatiemethoden

Participerende observatie: je neemt als observator zelf deel aan de te observeren situatie 

Nadeel: je hebt invloed op het gedrag van het kind. 

Niet-participerende observatie: Je bent alleen maar toeschouwer 

Mate van structuur 

Ongestructureerd observatie: Ligt niet precies vast hoe je precies gaat observeren en volgens welke regels. 

Gestructureerde observatie: Je weet precies wat je gaat observeren en volgend welke regels 

Als je gaat observeren moet je keuzes maken! 

De volgende vragen helpen: 

• Wat zijn de praktische mogelijkheden? 
• Hoe concreet is je vraagstelling? 
• Wat past het beste bij de vraagstelling?
• Hoe gedetaileerd moet je vraagstelling zijn? 
• Hoe nauwkeurig moet je observatie zijn? 
• Hoeveel tijd heb je om te observeren?
• Hoe groot is de kans op beïnvloeding? 
• Hoe complex is het gedrag? 

Wat heb je nodig bij observeren? 

Pen en papier of een laptop!!!!

Wat heb je nodig bij observeren? 

Pen en papier of een laptop!!!!

Je kan ook eventueel gebruik maken van een camera. 

Oefenen 

Kies een kind en observeer deze. Schrijf alles op wat je ziet, doe dit zo objectief mogelijk!

We bespreken de observaties na.

 

Voor nu....

Werken aan de module opdracht! 

Volgende les: 

Formuleren 

Volgende les 

Rapporteren