blok 5 week 3 les 3

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

blok 5 week 3 les 3

We herhalen het werkwoordelijke gezegde.

We gaan de woordsoorten herhalen. 

Welke woordsoort ken je?

De voorzitter praat over de Friese Elfstedentocht.
Wat is een voorzetsel?

De voorzitter praat over de Friese Elfstedentocht.
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

De voorzitter praat over de Friese Elfstedentocht.
Welke woordsoort is voorzitter?

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. voegwoord
4. voorzetsel

De vijftiende Elfstedentocht wordt gewonnen door Henk.
Wat is een rangtelwoord?

De vijftiende Elfstedentocht wordt gewonnen door Henk.
Welke woordsoort is Elfstedentocht?

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. voegwoord
4. voorzetsel

De vijftiende Elfstedentocht wordt gewonnen door Henk.
Wat is een hulpwerkwoord?

De vijftiende Elfstedentocht wordt gewonnen door Henk.
Wat is een voltooid deelwoord?

We herhalen de zinsdelen.

Mijn opa heeft de Elfstedentocht ook eens gereden.
Wat is de persoonsvorm?

Mijn opa heeft de Elfstedentocht ook eens gereden.
Wat is het onderwerp?

Mijn opa heeft de Elfstedentocht ook eens gereden.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Mijn opa heeft de Elfstedentocht ook eens gereden.
Wat is het lijdend voorwerp?

Dan zal ik eerst schaatslessen moeten nemen.
Wat is de persoonsvorm?

Dan zal ik eerst schaatslessen moeten nemen.
Wat is het onderwerp?

Dan zal ik eerst schaatslessen moeten nemen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Dan zal ik eerst schaatslessen moeten nemen.
Wat is het lijdend voorwerp?

dictee

1.

2.

3.

4.

5.