Burgerschap 2.2 Wat doe ik voor een ander? 2.3 Met wie voel ik me verbonden?

Paragraaf 2.2 en 2.3
Wat doe ik voor een ander?
Met wie voel ik me verbonden?
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 2.2 en 2.3
Wat doe ik voor een ander?
Met wie voel ik me verbonden?

Slide 1 - Diapositive

Wat is volgens jullie sociaal gedrag?

Slide 2 - Question ouverte

Sociaal gedrag.
Sociaal gedrag betekent dat mensen rekening houden met elkaar en elkaar helpen.

Slide 3 - Diapositive

Rianne zorgt op zaterdag voor haar zieke zus zodat haar moeder naar haar werk kan. Dit is een voorbeeld van?
A
Sociaal gedrag.
B
Mantelzorg.
C
Vrijwilligerswerk.
D
Eigenbelang.

Slide 4 - Quiz

Vrijwilligerswerk
Is werk dat je onbetaald en onverplicht doet, voor anderen of voor de samenleving.

Slide 5 - Diapositive

Welk voorbeelden van vrijwilligerswerk ken je?

Slide 6 - Question ouverte

Eigenbelang
Het willen behalen van eigen doelen en doen wat belangrijk is voor je. Het is belangrijk om een balans te vinden tussen wat goed is voor jezelf en voor de samenleving.

Slide 7 - Diapositive

Gerichte vragen.
Met gerichte vragen ga je op zoek naar precieze informatie.
Zulke vragen worden ook wel de 5W+H vragen genoemd.
Wie, wat, waar, wanneer en hoe?

Slide 8 - Diapositive

Uitspraken met een passende gerichte vraag.
Ik vind dat soort dingen onbegrijpelijk --> Welk soort dingen? Wat begrijp je dan niet?

Donor zijn lijkt me lastig? --> Lastig? Wat is dan precies lastig?


Slide 9 - Diapositive

Goede doelen bestoken met steeds met mail. ----> Welke vraag past hier?

Slide 10 - Question ouverte

Gemeenschappen.
Mensen wonen in groepen. Deze groepen noemen we gemeenschappen.

Slide 11 - Diapositive

Soort gemeenschap.

leef- en woongemeenschappen


leer- en werkgemeenschappen


verenigingen


geloofsgemeenschappen
Voorbeeld.

buurten, wijken, dorpen, steden, landen


bedrijven, onderwijs, zorginstellingen, organisaties

sportclubs, politieke partijen, vakbonden


kerken, moskeeën, synagogen, meditatiecentra 




Slide 12 - Diapositive

Waarom leven mensen in gemeenschappen?
A
Veiligheid.
B
Steun.
C
Samenwerken.
D
Sociale contacten.

Slide 13 - Quiz

De moskee zamelt geld in om een arm gezin bij te staan.
Welk voordeel geeft de gemeenschap hier vooral?
A
Veiligheid
B
Samenwerking
C
Solidair
D
Steun

Slide 14 - Quiz

Solidariteit
Mensen voelen zich met elkaar verbonden. Ze weten wat ze aan elkaar hebben. Mensen hebben iets voor elkaar over. Ze geven iets en krijgen er iets voor terug.

Slide 15 - Diapositive

Niet alle mensen vinden een gemeenschap even belangrijk? Ze vinden dat ze prima voor zichzelf kunnen zorgen. Welke term past hier?

Slide 16 - Question ouverte

Lastig woord!
Individualisme.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Vraag antwoord.

O, dat valt wel mee hoor.


Nou, dat is niet altijd zo.

Hmm, anderen vinden dat vaak moeilijk.
Onverwachte reactie.

Nou, fijn dat het geen probleem voor je is.

Wanneer is het dan wel zo?

En wat vind jij er makkelijk aan?

Slide 19 - Diapositive

Opdrachten maken.
2.2 Opdracht 1,2,3,4 en 5
2.3 Opdracht 1, 2,3,4 en 5

Slide 20 - Diapositive