Tussentoets

Schrijf het alfabet op
1 / 13
suivant
Slide 1: Question ouverte
TaalBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Schrijf het alfabet op

Slide 1 - Question ouverte

Staan de woorden op alfabet?
saai - sip - sloom - suf
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Staan de woorden op alfabet?
hinkelen - hockey - hoepel - hut
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Staan de woorden op alfabet?
ballen - boompje - buiskruit - blikje
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

De moeder van Franka is haar ... kwijt.

volgende - agenda - afspraken

Slide 5 - Question ouverte

Zet de woorden op de goede volgorde
nu - morgen - straks

Slide 6 - Question ouverte

Zet de woorden op de goede volgorde:

vandaag - gisteren - eergisteren - morgen

Slide 7 - Question ouverte

Welk woord geeft de tijd aan?

Ik heb gisteren een uitnodiging gekregen.

Slide 8 - Question ouverte

Welk woord geeft de tijd aan?

Vandaag koop ik iets lekkers.

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Welk woord moet er komen te staan?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Welk woord moet er komen te staan?

Slide 13 - Question ouverte