T2 Herhaling Les 69, 70, 77 en 78

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Herhaling spelling en grammatica

• Les 69: afkortingen
• Les 70: samengestelde zinnen
• Les 77: lastige woorden
• Les 78: verschillende werkwoordsvormen

Wat is de betekenis van de onderstaande afkorting?

a.u.b.

Wat is de betekenis van de onderstaande afkorting?

n.a.v.

Wat is de betekenis van de onderstaande afkorting?

z.s.m.

Wat is de betekenis van de onderstaande afkorting?

EU

Schrijf de afkorting van onderstaande woorden op de juiste manier.

met andere woorden

Schrijf de afkorting van onderstaande woorden op de juiste manier.

ongeveer

Wat is het voegwoord in onderstaande zin?

Omdat ik te laat was voor de les, moest ik een briefje halen.

Wat is het voegwoord in onderstaande zin?

De politicus zei niets meer nadat hij werd beledigd.

Wat is het voegwoord in onderstaande zin?

De pasta was in de aanbieding, dus ik heb twee pakken meegenomen.

Wat is het voegwoord in onderstaande zin?

Ik heb online een toegangskaart gekocht, zodat ik niet in de rij hoef te wachten.

Wat is het voegwoord in onderstaande zin?

Voordat je van tafel mag, moet je me eerst vertellen wat je hebt uitgespookt.

Wanneer is een zin een samengestelde zin?

Wat is de juiste spelling?

In het zwembad zit het water vol met...

1. chloor
2. gloor

Wat is de juiste spelling?

Je kunt met pin betalen of...

1. kontant
2. contant

Wat is de juiste spelling?

Het verzamelen van goede bronnen is een lastig...

1. karwij
2. karwei

Wat is de juiste spelling?

Op mijn verjaardag krijg ik altijd een...

1. chokoladetaart
2. sjocoladetaart
3. chocoladetaart
4. sjokoladetaart

Wat is de juiste spelling?

Die smartphone is uit de collectie, maar we hebben nog wel een ander...

1. tiepe
2. type
3. tijpe
4. teipe

Noem een woord waarin de c klinkt als ‘k’.

Maak een zin in de tegenwoordige tijd met het werkwoord 'juichen'. Je mag de vorm aanpassen.

Maak een zin met het voltooid deelwoord van 'verbeteren'.

Waarop eindigt de persoonsvorm in de verleden tijd als de stam van een zwak werkwoord niet eindigt op t, k, f, s, ch of p?

1. -te of -ten
2. -de of -den

Welk cijfer verwacht je voor de toets
spelling en grammatica te halen?

010

Welk cijfer hoop je voor de toets
spelling en grammatica te halen?

010