H3.4 Atoombouw

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Planner

• Toets
• Leerdoelen
• Atoombouw
• Massa's
• Ionen & isotopen
• Moleculen bouwen (2de uur)

Toets

Tijd: 10 minuten

Leerdoelen

• Ik kan de bouw van een atoom uitleggen met behulp van het atoommodel
• Ik kan het verschil tussen de atoommassa en het massagetal van een atoom benoemen
  
• Ik kan benoemen wat ionen zijn
  
• Ik kan benoemen wat isotopen en zijn en aan de hand van het ion bepalen hoeveel protonen, neutronen en elektronen het ion bevat

Atoombouw

Afbeelding uitkomstig:

Magreet de Heer (2020) Wetenschappen in beeld

Atoombouw

Dalton

Het atoommodel van Dalton:

Een atoom is een solide bol.

Het atoommodel van Thomson:

Het atoom is een positieve solide bol, met negatieve lading aan de buitenkant.

Het atoommodel van Rutherford:

Het atoom heeft een positieve kern, en daarom heen zitten kleinere negatieve deeltjes, deze werden elektronen genoemd. (Krentenbol model)

Het atoommodel van Bohr:

Het atoommodel heeft een positieve kern, daarom heen in bepaalde banen zitten de elektronen. Deze elektronen hebben hun eigen baan, schillen genoemd.

Atoombouw; kern

Na verder onderzoek;

Kern (nucleus)

Bestaat uit:

Protonen (+) en Neutronen (0)

Enige uitzondering: waterstof (H)

Deze heeft 1 proton in de kern

Atoombouw; schillen

In de schillen zitten de elektronen.

K-schil: 2 e-

L-schil: 8 e-

M-schil: 8 e-

De schillen om de kern hebben allemaal een andere naam:

K-schil, L-schil, M-schil, alfabetisch verder.

Iedere schil heeft zijn maximale vulling.

K-schil: maximaal 2 elektronen

L-schil: maximaal 8 elektronen

M-schil: maximaal 8 elektronen

e- = elektron

Atomen

Het atoommodel stelt dat ieder atoom hetzelfde is opgebouwd.

Wat verschilt is:

Het aantal: protonen (kern)

Het aantal: neutronen (kern)

Het aantal: elektronen (schillen)

atomen en periodiek systeem

atoomnummer = aantal protonen

Aantal protonen = aantal elektronen

Massagetal = aantal protonen + neutronen in de kern

Massagetal en isotopen

atoomsoort	C-12	C-13	C-14
atoomnummer	6	6	6
aantal protonen	6	6	6
aantal elektronen	6	6	6
aantal neutronen	6	7	8
massagetal	12	13	14

Sommige atomen hebben hetzelfde aantal protonen (zelfde atoomsoort) in de kern, maar kunnen een ander aantal neutronen hebben. Dit noem je isotopen.

Isotopen, zijn atoomvarianten van de atoomsoort. Die van koolstof zijn:

C-12, C-13 en C-14

massagetal en atoommassa

massagetal = aantal protonen + neutronen in de kern

atoommassa= gemiddelde (voorkomende) massa van een atoomsoort.

koolstof = 12,01 u

C-12 komt veel meer voor, dan C-13 en C14 in de natuur

Ion (niet in tekstboek)

Positief ion = atoom verliest een elektron.

Ion (niet in tekstboek)

negatief ion = atoom krijgt een extra elektron

Wat is zijn isotopen?

Als een atoom een elektron krijgt.
Wat voor soort ion is het dan.

1. neutraal
2. positief
3. negatief

Wat zegt het atoomnummer?

HW

Havo:  H3  Paragraaf 4   

Opdracht: 46, 48 t/m 61 + 62 of 63

Vwo: H3 Paragraaf 4

Opdracht 41 t/m 43, 45, 46a, 47, 49, 50a, 51, 52 + 53 of 54

Volgende week: Toets H3 (1 lesuur) weging 2