3.2 Dieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

3.2 Dieren BBL/KBL1

Wat gaan we doen?

• Wat heb je de vorige les gedaan?                                             5 min
  
• Waar ga jij in deze les aan werken? (jouw doelen)            5 min
  
• Wat weet je al?                                                                                  10 min
  
• Samen of zelfstandig aan de slag                                           15 min
• Heb je je doelen behaald?                                                           10 min
  
• Afsluiting van de les                                                                        5 min

Waar hebben we het vorige x over gehad?

Sleep de dieren naar het juiste vak.

Ongewervelden

Gewervelden

Hoe is je score?

De meeste vragen goed? 

Dan mag je zelfstandig aan de slag met je eigen doelen.

 De meeste vragen fout?

Dan gaan we samen nog even aan de slag met de uitleg van dit onderwerp.

Waar ga jij in deze les aan werken?

Zelfstandig aan de slag:

Wat ga je doen: 

Aan de slag met jouw doelen waar je aan wil werken.

Hoe?

Met behulp van je werkboek/laptop.

Hulp nodig?

Vraag je buurman/buurvrouw of sla de vraag even over.

Resultaat?

Je kan aangeven hoe tevreden je bent met de behaalde doelen en 

een vraag daarover beantwoorden.

Klaar?

Dan mag je verder werken aan de volgende paragraaf.

Verlengde instructie 

Gewervelde dieren

Gewervelde dieren = dieren met een wervelkolom (ruggengraat)

gewervelde dieren

Gewervelde dieren

Gewervelde dieren

Alle gewervelde dieren hebben een inwendig skelet. Een onderdeel van dat skelet is de wervelkolom. De wervelkolom is opgebouwd uit wervels.

Samen aan de slag of alleen?

Zelfstandig aan de slag:

Wat ga je doen: 

Aan de slag met jouw doelen waar je aan wil werken.

Hoe?

Met behulp van de aftekenlijst en je werkboek/laptop.

Hulp nodig?

Vraag je buurman/buurvrouw of sla de vraag even over.

Resultaat?

Je kan aangeven hoe tevreden je bent met de behaalde doelen en 

een vraag daarover beantwoorden.

Klaar?

Dan mag je verder werken aan de volgende paragraaf.

Gewervelde dieren hebben

1. Een wervelkolom
2. Geen wervelkolom

Wat voor soort skelet hebben gewervelde dieren?

1. Inwendig skelet
2. Uitwendig skelet
3. Geen skelet

Reptielen zijn gewervelde dieren

1. ja
2. nee

Een kwal is een gewerveld dier

1. Waar
2. Niet waar

Wat is een gewerveld dier?

1. vogel
2. slak
3. wesp
4. inktvis

Heb je gedaan wat je van te voren bedacht had (jouw doelen)?

Afsluiting van de les

Heb je nog huiswerk voor een volgende x?