3.1 Organismen ordenen BBL/KBL1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

3.1 Organismen ordenen

Wat gaan we doen?

• Wat heb je de vorige les gedaan?                                             5 min
  
• Waar ga jij in deze les aan werken? (jouw doelen)            5 min
  
• Wat weet je al?                                                                                  10 min
  
• Samen of zelfstandig aan de slag                                           15 min
• Heb je je doelen behaald?                                                           10 min
  
• Afsluiting van de les                                                                        5 min

Waar hebben we het vorige x over gehad?

Wat weet je al?

Biologen ordenen organismen in 4 groepen. Welke 4?

• dieren 
• planten
• schimmels
• bacteriën

Vraag: 

• Heeft een bacterie een celkern?
• Nee
• Hebben schimmels bladgroenkorrels?
• Nee

Hoe is je score?

De meeste vragen goed? 

Dan mag je zelfstandig aan de slag met je eigen doelen.

 De meeste vragen fout?

Dan gaan we samen nog even aan de slag met de uitleg van dit onderwerp.

Waar ga jij in deze les aan werken?

Zelfstandig aan de slag:

Wat ga je doen: 

Aan de slag met jouw doelen waar je aan wil werken.

Hoe?

Met behulp van je werkboek/laptop.

Hulp nodig?

Vraag je buurman/buurvrouw of sla de vraag even over.

Resultaat?

Je kan aangeven hoe tevreden je bent met de behaalde doelen en 

een vraag daarover beantwoorden.

Klaar?

Dan mag je verder werken aan de volgende paragraaf.

Verlengde instructie 

Vier groepen organismen

Kenmerken

Indelen van de 4 groepen (planten, dieren, schimmels en bacteriën).

Door onderdelen van cellen:

- Celkern

- Celwand

- Bladgroenkorrels

Indelen op celwand, celkern en bladgroenkorrels

• Celwanden : stevig laagje om de cel heen
• Celkernen: De celkern regelt alles wat er in een cel gebeurt
• Bladgroenkorrels: geven de groene kleur aan planten
• 1= bacteriën
• 2= dieren
• 3= planten
• 4= schimmel

Soorten

Organismen behoren tot dezelfde soort:

• als ze zich samen kunnen voortplanten
• en de nakomelingen vruchtbaar zijn

Zelfstandig aan de slag:

Wat ga je doen: 

Aan de slag met jouw doelen waar je aan wil werken.

Hoe?

Met behulp van de aftekenlijst en je werkboek/laptop.

Hulp nodig?

Vraag je buurman/buurvrouw of sla de vraag even over.

Resultaat?

Je kan aangeven hoe tevreden je bent met de behaalde doelen en 

een vraag daarover beantwoorden.

Klaar?

Dan mag je verder werken aan de volgende paragraaf.

Samen aan de slag of alleen?

• Welke cel is van een schimmel?
• 4

Schimmel

Bacterie

Plantaardige cel

Dierlijke cel

Wat 

• De groep dieren kun je verder indelen in kleinere groepen.   De kleinste groep heet een soort. Vul de zin verder aan: dieren van dezelfde soort ..........
• kunnen zich samen voortplanten en hun jongen kunnen zich ook weer voortplanten.

Heb je gedaan wat je van te voren bedacht had (jouw doelen)?

Afsluiting van de les

Heb je nog huiswerk voor een volgende x?