H8.1 Eerste helft twintigste eeuw

• Kunst
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

8.1 EXPRESSIONISME

1900 - 1945 staat in het teken van WO1 en WO2

Kunstenaars experimenteren,

en er ontstaan veel nieuwe stromingen.

Gezamenlijk noemen we deze nieuwe kunst 

'het Modernisme'.

De moderne maatschappij veranderd ook snel,

door toenemende industrialisering en de 

vele technologische ontwikkelingen. 

Belangrijke ideeën van deze tijd:

> Streven naar vernieuwing! Breken met het verleden.

     Kunst kan de maatschappij verbeteren. Vooruitgangsdenken.

     Utopisch (droombeeld vd ideale wereld) denken. 

> Zoeken naar originaliteit! Naar de grondslagen (essentie) vd kunst. 

    Wat leidt tot abstractie en atonaliteit. Streven naar Autonomie.

> Streven naar de puurheid en directheid in de expressie.

> Uitdrukken van onbewuste gevoelens (Freud). 

    Van angst en  vervreemding.

    

Sigmund Freud

1899 boek 'de droomduiding'

Over de relatie tussen het onbewuste en de inhoud van dromen.

Psychoanalyse: 

In dromen zouden verborgen boodschappen van het onderbewustzijn zitten: dromen zijn verkapte vervullingen van onbewuste wensen. Door dromen te analyseren kon men dus dingen over het onbewuste te weten komen.

De mens laat zich onbewust leiden door driften als seksualiteit en agressie. 

Expressie en Beeldende kunst

Stroming: Die Brücke

> Verwerpen regels, want deze staan uitdrukking in de weg. 

> Rechtstreeks tot uitdrukking brengen van 

innerlijke drijfveren, het onderbewuste.

> Persoonlijke stijl. Nadruk op het individu. 

Expressie en opera

Consonant:

Een samenklank die harmonieus klinkt.

Dissonant:

Een samenklank die schril/niet harmonieus klinkt. 

= spanning verhogend. 

Opdrachten werkboek blz 94

Maak opdracht 5, 7, 9 en 16.

Waar denk je aan bij de stroming
het Expressionisme?