6.3 De machtige kerk

Wat ligt er op tafel
boeken
schrift
pen 

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat ligt er op tafel
boeken
schrift
pen 

Slide 1 - Diapositive

Wat verwacht ik van je!
-Heb je een vraag steek je je vinger op.

- Voor de rest gelden de regels.
  • ->Geen telefoon
  • ->Geen hoofddeksel.
  • ->Geen jas

Slide 2 - Diapositive

6.3: De machtige kerk

Slide 3 - Diapositive

In deze les leer je:
  • Welke soorten kerken christenen bouwden.
  • Hoe godsdienstig christenen waren en hoe machtig de kerk daardoor was.
  • Hoe christenen optraden tegen mensen die zich niet gedroegen volgens de normen van de kerk

Slide 4 - Diapositive

6.4 De machtige kerk
Voor het jaar 1000 werden de meeste kerken van hout gemaakt. 

Slide 5 - Diapositive

1. Hoger, beter, mooier
  • Om hun God te eren bouwden ze grote kerken.
  • Ook konden ze zo laten zien hoe rijk de stad was.


Slide 6 - Diapositive

1. Kerkenbouw
Na 1000 worden overal in Europa kerken gebouwd.

De meest gebruikte bouwstijl was Romaans

Na 1200 kwam er een nieuwe bouwstijl op: Gotiek

Slide 7 - Diapositive

1. Kenmerken 
Romaanse bouwstijl
  • kleine ramen
  • dikke muren
  • rond gewelf of koepel

(gewelf = gebogen plafond)

Slide 8 - Diapositive

1. Kenmerken 
Gotische bouwstijl

  • grote hoge ramen
  • spitse bogen
  • glas in lood ramen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Wat ligt er op tafel
boeken
schrift
pen 

Slide 12 - Diapositive

Wat verwacht ik van je!
-Heb je een vraag steek je je vinger op.

- Voor de rest gelden de regels.
  • ->Geen telefoon
  • ->Geen hoofddeksel.
  • ->Geen jas

Slide 13 - Diapositive

6.3: De machtige kerk

Slide 14 - Diapositive

In deze les leer je:
  • Welke soorten kerken christenen bouwden.
  • Hoe godsdienstig christenen waren en hoe machtig de kerk daardoor was.
  • Hoe christenen optraden tegen mensen die zich niet gedroegen volgens de normen van de kerk

Slide 15 - Diapositive

2. 'Memento Mori'

  • In de Middeleeuwen waren de meeste mensen in Europa christenen
  • Het leven was heel erg gericht op het leven na de dood: kwam je in de hemel of in de hel
  • Daarom was het motto: Memento Mori: gedenk te sterven.
  • Al tijdens het leven moest boete gedaan worden voor zonden
  • Een zonde is iets doen wat God verboden had (bijv. stelen, liegen)
  • Boete kun je doen door om vergeving te bidden of om de kerk geld of goederen te schenken. 

Slide 16 - Diapositive

Leven na de dood
Na de dood waren er drie mogelijkheden:
1. Hemel: zonder zonden? Dan onmiddelijk in de hemel (maar dat gold voor bijna niemand)
2. Hel: bij heel zondig leven: eeuwig branden in de hel.
3. Vagevuur: na je dood moest je boete doen voor je zonden in het vagevuur. Hoe meer je al had geboet tijdens je leven, hoe korter het verblijf in het vreselijke vagevuur. Daarna kon je alsnog naar de hemel.

Slide 17 - Diapositive

2. Aflaat 
Brief die je van de paus kon kopen waarop stond dat een aantal zonden vergeven waren.

Hierdoor verbleef je korter in het vagevuur.

Hier verdiende de paus veel geld mee.

Slide 18 - Diapositive

2. Bedevaart
Je kon een aflaat voor afkoop van alle zonden verdienen als je op bedevaart ging naar een heilige plek.

Pelgrim: iemand die op bedevaart gaat.


Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

2. Bidden en Heiligen
  • Doel van bidden = bescherming, steun of vergeving vragen aan God, Jezus, Maria of een heilige.

  • In veel kerken werden relikwieën (overblijfselen van heiligen) vereerd.

    Reliekhouder met daarin een bot van een heilige. 

    Slide 21 - Diapositive

    Organisatie van de kerk
    Alle gelovigen van een dorp of stadswijk noem je een parochie. 
    Een parochie had een eigen kerk en een eigen pastoor  (een priester).
     
    Parochies in een bepaald gebied vormen een Bisdom. Een Bisdom werd bestuurd door een Een Bisschop is de baas over de pastoors in het Bisdom.

    Bisschoppen werden benoemd door de Paus (=hoofd van de katholieke kerk)

    Slide 22 - Diapositive


    3. Ketters en heksen

    Christenen die volgens de paus niet het juiste geloof hadden, werden ketters genoemd.

    Deze werden door de inquisitie (reizende rechtbank) vervolgd.

    Slide 23 - Diapositive

    3. Heksen
    • Dingen die misgingen kon men vaak niet verklaren. 
    • Er werd gezocht naar een zondebok, iemand die je de schuld kunt geven.
    • Zo werden sommige vrouwen (én mannen) van hekserij beschuldigd.

    Slide 24 - Diapositive


    Vervolging van heksen
    • Om heksen te 'ontmaskeren' werden de meest vreselijke ondervragingen en proeven gebruikt.
    • Zo werden heksen gewogen of in het water gegooid om te kijken of ze te licht waren (en dus bleven drijven).
    • Heksen werden verbrand om er zeker van te zijn dat de duivel werd uitgedreven.
    Vermoedelijk zijn er in Europa ongeveer tussen 1450 en 1650 ongeveer 60.000 mannen en vrouwen als 'heks' terechtgesteld. Opvallend is dat de heksenvervolging eigenlijk pas aan het einde van de Middeleeuwen plaatsvond.
    Jeanne d'Arc op de brandstapel

    Slide 25 - Diapositive

    Slide 26 - Vidéo

    3. Joden
    • De Joden vaak als schuldigen aangewezen. Het gevolg was een pogrom: een uitbarsting van Jodenhaat. 
    • Een ander woord voor Jodenhaat is antisemitisme

    Slide 27 - Diapositive