werkwoordspelling - Engelse werkwoorden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

welkom!

lesplanning

leenwoorden/Engelse werkwoorden

vervoegen Engelse werkwoorden in de tegenwoordige- en verleden tijd

afronding periode 3

 lesdoelen

Je weet wat leenwoorden zijn.

Je weet hoe je Engelse werkwoorden vervoegt.

https:

leenwoorden

www.woorden.org

Welke leenwoorden gebruik jij?

veel gebruikte leenwoorden (1)

brainstormen

checken

mailen

timen

googelen

deleten

downloaden

veel gebruikte leenwoorden (2)

WhatsAppen

saven

scannen

shoppen

updaten

stressen

lunchen

Engels ww in de tegenwoordige tijd

pv in tegenwoordige tijd

checken - stam = check/en - ik- vorm = check

stam + t

ik check

jij checkt/check jij

hij checkt

wij checken

twee verschillen

1e

Voor de uitspraak moet je soms een 'e' toevoegen aan de stam

voorbeeld:

daten

*dat/en

date/n

twee verschillen

2e

Vernederlandste woorden die eindigen op een dubbele medeklinker verliezen een medeklinker.

voorbeeld:

stressen

stress/en

ik-vorm = stres

twee verschillen

2e

woorden die eindigen op een dubbele medeklinker en wij uitspreken op z'n Engels houden de dubbele medeklinker.

voorbeeld:

paintballen

paintball/en

ik-vorm = paintball, hij paintballt

oefenen tt

updaten

stam: 

ik ........

hij  ..........

wij ........

oefenen tt

updaten

update/n

ik update

hij updatet

wij updaten

oefenen

recylen

stam: 

ik .......

hij ..........

wij ..........

oefenen

recylen

recycle/n

ik recycle

hij recyclet

wij recyclen

herhaling

• Engelse werkwoorden vervoeg je op dezelfde wijze als Nederlandse werkwoorden.
• Voor de uitspraak moet je soms een 'e' toevoegen aan de stam (voorbeeld: save)
• Woorden die je op zijn Engels uitspreekt en twee medeklinkers aan het einde van de stam hebben, houden de medeklinkers.

oefenen

maak oefening 33 en 34

tijd: 5 minuten 

antwoorden oefening 33

1. finishen
2. promoot
3. fax
4. plannen
5. saven
6. sponsort
7. recyclet

antwoorden oefening 33

5. saven

6. sponsort

7. recyclet

8. bowl

9. bingoën

10. jogt

Engels ww in de verleden tijd

 Engelse werkworden in de verleden tijd

verlengen

't ex kofschip

verlengen

finischen - finischte 

scoren - scoorde

Engelse werkwoorden in de verleden tijd

't ex kofschip

finischen - finisch/en

stam eindigt op ch

'ch' WEL in 't ex kofschip -> T

vt van finischen = finischte

Engelse werkwoorden in de verleden tijd

't ex kofschip

saven - save/n

stam eindigt op v !

'v' NIET in 't ex kofschip -> D

vt van saven = savede

oefenen vt

scoren

stam:

ik ........

hij ..........

wij ........

oefenen vt

scoren

score/n

ik scoorde

hij scoorden

wij scoorden

oefenen vt

updaten

stam:

ik ........

hij ..........

wij ........

oefenen vt

updaten

update/n

ik updatete

hij updatete

wij updateten

oefening

maken oefening 35 en 36

antwoorden oefening 35

1. scoorde
2. faxte
3. barbecueden
4. bridgeden 
5. hokeyde
6. savede
7. updatete

antwoorden oefening 35

5. hockeyde

6. savede

7. updatete

8. jogden

9. bowlde

10. bingode

 check op lesdoelen

Je weet wat leenwoorden zijn.

Je weet hoe je Engelse werkwoorden vervoegt in de tegenwoordige tijd.

Je weet hoe je Engelse werkwoorden vervoegt in de verleden tijd.

toets werkwoordspelling 3

oefenmateriaal in Teams

Werkwoordspelling reader toets 3

volgende week

extra oefening bijvoeglijk gebruikte werkwoorden

oefentoets alle werkwoordsoorten

TOETS Werkwoordspelling 3

afronding planning 

periode 3