methodisch handelen 3 niv. 3 en 4- les1

• MBO
• Studiejaar 1

Methodisch handelen 3

les 1- Evalueren/reflecteren

Programma vandaag

1. Inleiding LA Methodisch handelen 3

2. Theorie methodisch handelen 3

3. Oefenen met evalueren/reflecteren

4. Terugblik op de les 

5. Afsluiting

Toetsing MH3

Aanwezigheidsplicht! 

Kennistoets aan het eind van deze LA -MH3

Lesdoelen

 De student kent de 5e stap van de methodische cyclus ‘evalueren’ 

De student weet wat het verschil is tussen ‘evalueren’ en ‘reflecteren’  

De student weet welke plek ‘reflectie’ in kan nemen binnen de 5e stap van de methodische cyclus  

De student kent het verschil tussen een proces- en productevaluatie

De student weet hoe hij/zij bovenstaande kennis kan toepassen op het beroepsproduct

De student kent diverse reflectiemodellen zoals STARR, Korthagen en IJsbergmodel 

De student kent diverse intervisiemodellen zoals de incidentmethode, de Balint-methode, de hoeden van de Bono, etc. 

Even terughalen...
Wat weet jij nog van MH2?

Reflecteren

Reflecteren: wat is dat eigenlijk?  = letterlijk terugblikken. 

Kijken naar jouw eigen handelen, maar ook naar dat van een ander. Ook kan je terugkijken op jouw denkproces. 

Waarom reflecteren?

• Doel: Jezelf en anderen beter begrijpen en bewuster handelen in de toekomst 
• Door te reflecteren krijg je duidelijk wat je moet leren om je ambities te realiseren;
  
•  Reflecteren is een belangrijk onderdeel van je persoonlijke ontwikkeling;
  
•  Reflectie maakt het mogelijk om bewust te kiezen op welke manier je wilt handelen.
  

Kijk jij terug naar jouw eigen handelen of denken? Kan je ook een voorbeeld geven?

Kom jij uit voor jouw mening als de situatie daarom vraagt? (zowel op bijv. werk/stage als bij vrienden).

Reflecteren versus evalueren

Stap 5: evaluatie van de activiteit

In deze laatste stap van het werkplan ga je de activiteit evalueren. Op het werkplan vul je in hoe je de activiteit gaat evalueren, dit kan bijvoorbeeld mondeling of via een formulier. Daarnaast benoem je met wie je de activiteit gaat evalueren, bijvoorbeeld met collega’s. Wat ging er bijvoorbeeld goed, wat ging er minder goed of wat zou je de volgende keer anders kunnen doen? Deze aanpassingen verander je dan in het werkplan, zodat een ander dit de volgende keer kan gebruiken.

Evalueren/reflecteren
Wat is het verschil?

 Evalueren

• ga je na of je de beoogde doelstellingen hebt bereikt.
• is jouw gedrag goed of fout.

Reflecteren

• is het juist belangrijk dat je geen oordeel over goed of fout velt.
• creëer je zo een veilige ruimte waarbinnen je systematisch vragen kan stellen over het hoe en het waarom je bepaald gedrag stelt.
• is er ruimte en tijd om te groeien.

Hoe komt reflecteren terug in de vijfde stap van de methodische cyclus?

Reflectiemodellen

• STRAK (Verantwoordingsverslag)
• Korthagen
• IJsbergmodel

STRAK

S- Situatie

T- Taak

R- Resultaat

A- Acties

K- Keuzes

Korthagen

Wat is intervisie volgens jou? En welke vormen zijn er?

Intervisiemodellen

• Incidentmethode/probleemanalyse
  
• Balint-methode
  
• Betekenisvolle situatie
  
• Van bewust onbekwaam naar bewust bekwaam
  
• Het Enneagram
  
• Video-interactie-analyse
  
• De denkhoeden van Bono
  

Opdracht

Je maakt een tweetal

Iedere groep neemt één intervisiemodel onder de loep.

Hiervoor moet je het hoofdstuk van het model lezen in ‘bijlage aanvullende theorie en oefeningen’ op SBIS LE08, ‘LA Reflecteren’

Beantwoordt de volgende vragen

•  straks aan de klas presenteren:
  
• Wat is de werkwijze binnen dit model? (geef een uitleg hiervan)
  
• Wie zijn de deelnemers (minimaal/maximaal? Bijzondere rollen?)
  
• Wat vinden jullie goed aan dit model?
  
• Wat vinden jullie minder goed?
  

Presentaties (3 min.)

Wat vond jij van deze les? En wat vond jij van Lessonup? (dit programma)

Zijn de lesdoelen gehaald?

 De student kent de 5e stap van de methodische cyclus ‘evalueren’ 

De student weet wat het verschil is tussen ‘evalueren’ en ‘reflecteren’  

De student weet welke plek ‘reflectie’ in kan nemen binnen de 5e stap van de methodische cyclus  

De student kent het verschil tussen een proces- en productevaluatie

De student weet hoe hij/zij bovenstaande kennis kan toepassen op het beroepsproduct

De student kent diverse reflectiemodellen zoals STRAK, Korthagen en IJsbergmodel 

De student kent diverse intervisiemodellen zoals de incidentmethode, de Balint-methode, de hoeden van de Bono, etc. 

Volgende les

Les 2- Begeleiden en 24Boost opdrachten