Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Bacteriën, virussen en schimmels
Leerdoelen:
4.2.1 Je kunt kenmerken van bacteriën noemen.
4.2.2 Je kunt kenmerken van virussen noemen.
(4.2.3 Je kunt kenmerken van schimmels noemen).
Slide 1 - Diapositive
Vraag
Corona, ook wel COVID-19, wordt veroorzaakt door het coronavirus: een luchtweginfectie.
Waarom is het verstandig om een mondkapje te dragen?
Slide 2 - Diapositive
BINAS
92A
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Archaea
Bevatten 1 klein chromosoom (DNA) en ribosomen
Voortplanting door deling
Beweging door flagellen
EXtremofiel: leven in extreme omstandigheden
ook on de darm (vertering onder zuurstofarme omstandigheden.
Voortplanting: ongeslachtelijk
Sommige Archaea zijn chemo-autotroof: in staat om organische stoffen te maken uit anorganische stoffen met behulp van energie uit een chemische reactie.
Slide 6 - Diapositive
Bacteriën
Slide 7 - Diapositive
Bacteriecel
soorten bacteriën
(BINAS 79A)
Gemiddeld 10x kleiner dan dierlijke, plantaardige of schimmelcel
Slide 8 - Diapositive
Nuttige prokaryoten
Beschermlaag tegen ziekteverwekkers
'Darmflora' helpt bij vertering van voedsel
Biotechnologie voor produceren van o.a. yoghurt, zuurkool, insuline (hormoon)
Rioolwaterzuivering
Slide 9 - Diapositive
Voortplanting
Cirkelvormig DNA
meeste zijn heterotroof (behalve cyanobacteriën: autotroof (chlorofyl).
Plasmiden: kleine cirkelvormige chromosomen
DNA replicatie-->ongeslachtelijk: : eerst verdubbeling DNA --> elk van beide cirkelvormige DNA zit op een bepaalde plaats vastgehecht aan celmembraan--> iedere dochtercel --> 1 chromosoom.
Celdeling: 20 min. (ideale omstandigheden
Slide 10 - Diapositive
Uitwisseling van DNA
Transformatie: uitwisseling van DNA-fragmenten v. gestorven en uiteengevallen soortgenoot.
Conjugatie: een holle buis (pilum) (bijvoorbeeld E. coli in de dikke darm (zie volgende slide).
Transductie: een bacteriofaag brengt DNA over ( volgende slide over virussen).
Slide 11 - Diapositive
Kopie van plasmide via pilus (buis) naar andere bacterie
Slide 12 - Diapositive
Recombinant DNA techniek
Slide 13 - Diapositive
BINAS
71M1
Slide 14 - Diapositive
(Schadelijke) prokaryoten
Eten ook (resten van) dieren en planten
Veroorzaken veel ziektes (zie 79A). Denk bijv. aan - MRSA - Salmonella - Cholera - Tuberculose
Delen ontzettend snel, sommige wel elke 20 min onder goede omstandigheden. (Voor de snelle rekenaar: hoeveel bacteriën kan je dan hebben na 24 uur?)
Slide 15 - Diapositive
Virussen
Erg klein (Gem. 0,1 µm groot).
Geen cellen, geen cytpolsama, geen kernplasma --> heeft een gastheer nodig.
Bestaat uit grootste deel erfelijk --> eiwitmantel (capside).
Geen organisme: niet levend (eens?)--> organismen bestaan uit cellen.