Woordvolgordeboekje opdracht 14
2. Hij zet zijn fiets op slot, zodat ...
1 / 17
Éléments de cette leçon
2. Hij zet zijn fiets op slot, zodat ...
Slide 1 - Question ouverte
3. Je moet me even helpen, voordat
Slide 2 - Question ouverte
4. Ismet doet de boodschappen wel, maar
Slide 3 - Question ouverte
5. Toen de brand geblust was,
Slide 4 - Question ouverte
6. Meestal ben ik 's ochtends wakker, voordat
Slide 5 - Question ouverte
7. Omdat Dede gisteren veel te laat naar bed ging,
Slide 6 - Question ouverte
8. Ik haastte me, omdat
Slide 7 - Question ouverte
Ondanks dat we goed gevoetbald hebben,
Slide 8 - Question ouverte
10. Eerst maakt Dung zijn huiswerk en daarna
Slide 9 - Question ouverte
11. We hebben veel plezier gehad en
Slide 10 - Question ouverte
15. Ik had hem gewaarschuwd dat
Slide 11 - Question ouverte
16. De jongens moesten vreselijk lachen toen
Slide 12 - Question ouverte
17. We gaan met de auto of
Slide 13 - Question ouverte
18. Dogan schrok heel erg toen
Slide 14 - Question ouverte
19. Ik heb lang geslapen, zodat
Slide 15 - Question ouverte
20. Dragan moet naar de tandars, want
Slide 16 - Question ouverte
21. Kunt u mij zeggen of
