Cursus 7 Spelling §10 en les 3 Plan je reis

• Nederands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Leg je deze materialen op tafel?

Ipad

lesboek

schrift

leesboek

 etui

Programma vandaag

- Leeskwartiertje (+ huiswerk controleren)

- Verleden tijd van zwakke werkwoorden

- Korte pauze (drie minuten)

- Les 3 van 'Plan je reis' 

Lezen + (huiswerk controleren)

Doelen

• Spelling: Je kunt in een tekst de verleden tijd van  zwakke werkwoorden maken.

• Werkstuk: Je maakt een start met hoofstuk 1 van je werkstuk: Algemene informatie zoeken en in eigen woorden verwerken.

Tegenwoordige tijd

1. Ik-vorm (aangepaste stam)

2. Ik-vorm + t
3. Hele werkwoord

Bekijk de regels en leer goed wanneer je welke vorm gebruikt!

Vormen

Wat is het verschil tussen sterke en zwakke werkwoorden?

1. sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klinker, zwakke niet.
2. zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klinker, sterke niet.

Sterk of zwak werkwoord?

Sterk werkwoord

Zwak werkwoord

stoppen

hebben

dansen

worden

schrijven

boffen

lopen

zijn

fietsen

lachen

Ik begrijp het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden

0100

Persoonsvorm verleden tijd - zwakke werkwoorden

Onderwerp enkelvoud = ik - vorm + te / de

Onderwerp meervoud = ik-vorm + ten / den 

Te(n) of de(n)?
- verlengproef (langer maken!)

- 't eX KoFSCHiP
   hele werkwoord min -en
   laatste letter in het kofschip? JA = -te(n),  NEE = -de(n)

1. Als 'jij' achter de pv staat, schrijf je de ik-vorm.

Persoonsvorm
tegenwoordige
tijd

Persoonsvorm
verleden
tijd

2. Bij deze tijd mag je 'T eX KoFSCHiP gebruiken.

3. Als het onderwerp enkelvoud is, schrijf je ik-vorm + te/de.

4. Je schrijft ik-vorm + t als het onderwerp 'hij' is.

Vroeger (printen) mijn ouders niet veel

1. printte
2. printten
3. printde
4. printden

Gisteren ..... (bakken, vt) Jet en Mila
samen een heerlijke appeltaart

Gisteren ... (raden. vt) ik het goede getal en daarom mocht ik het snoepje hebben

De jongens .... (praten, vt) gisteren
aan één stuk door aan tafel over de wedstrijd

De bakker .... (kneden, vt)
het deeg voor het brood.

§10 De verleden tijd van zwakke werkwoorden

Opdracht blz. 242/243

Maak opdracht 1 in je boek.

Maak opdracht 2, 3 en 4 in je schrift.

Hoe: Je maakt het alleen

Nodig: Je lesboek, schrift en een pen

Klaar? Lees het nieuws op www.nos.nl of www.ad.nl

Even pauze

Plan je reis naar Afrika

Opdracht:

1) Lees het opdrachtenboekje goed door

2) Kies een land in Afrika waar jij je werkstuk over gaat houden

3) Zoek informatie over dat land op en begin met het schrijven van een inleiding (waarom heb je dit land gekozen) en ga daarna verder..

Hoe: Je mag overleggen

Nodig: Opdrachtenboekje en Ipad