6.4 Biologisch evenwicht

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

6.4 Biologisch evenwicht

Herhaling basisstof 6.4

Koolstofkringloop

In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand, waarbij CO2 vrijkomt. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding?

1. alleen planten
2. alleen dieren
3. Alleen schimmels en planten
4. alle organismen

Welke organismen zorgen in de koolstofkringloop voor de vorming van glucose?

1. De producten
2. De consumenten
3. De reducenten

Een leerling maakt een schema om een aantal processen in de koolstofkringloop weer te geven (zie de afbeelding). In de koolstofkringloop spelen reducenten een belangrijke rol.

Welke letter geeft de omzetting aan die door reducenten wordt uitgevoerd?

1. Q
2. R
3. S
4. T

6.4 Biologisch evenwicht

Leerdoelen 6.4 Biologisch evenwicht 

• Je kunt aangeven hoe de grootte van een populatie wordt beïnvloed door biotische en abiotische factoren.

Populatiegrootte

• De populatiegrootte is: het aantal organismen in een populatie. 

• De populatiegrootte hangt af van: de invloeden uit de omgeving, dus van biotische en abiotische factoren.

• Biologisch evenwicht als de populatiegrootte door de jaren heen schommelt rond een bepaalde waarde

Wat wordt bedoeld met de populatiegrootte?

1. Het aantal soorten in een ecosysteem
2. Het aantal organismen in een populatie
3. Het aantal (a)biotische factoren in een ecosysteem

Welke factoren beïnvloeden de populatiegrootte?

1. Alleen biotische factoren
2. Alleen abiotische factoren
3. Zowel biotische als abiotische factoren

Wat kenmerkt biologisch evenwicht?

1. Gelijke populatiegrootte
2. Schommelende populatiegrootte
3. Afname in populatiegrootte
4. Toename in populatiegrootte

Wat laat de afbeelding zien?

1. Biologisch evenwicht
2. Overpopulatie van konijnen
3. Vossenpopulatie neemt af
4. Weinig voedsel voor konijnen en vossen

Welke soort krijgt de meeste
nakomelingen bij een temperatuur
van 30 graden?

1. Soort X
2. Soort Y
3. Soort Z
4. Kun je niet weten