basisstof 1&2&3

Wat heb je nodig voor fotosynthese?
A
Water , licht en zuurstof
B
zuurstof en licht
C
water, koolstofdioxide en licht
D
glucose, koolstofdioxide en licht
1 / 21
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Wat heb je nodig voor fotosynthese?
A
Water , licht en zuurstof
B
zuurstof en licht
C
water, koolstofdioxide en licht
D
glucose, koolstofdioxide en licht

Slide 1 - Quiz

Biotisch of abiotisch?
A
biotisch
B
abiotisch

Slide 2 - Quiz

Wat is een biosfeer?
A
B
C
D

Slide 3 - Quiz

Wat maak je met fotosynthese?
A
water en zuurstof
B
water en koolstofdioxide
C
glucose en koolstofdioxide
D
glucose en zuurstof

Slide 4 - Quiz

Wat is een biotoop?
A
Een biotoop is hetzelfde als een biosfeer.
B
Een biotoop zijn alle abiotische factoren in een gebied.
C
Een biotoop zijn alle abiotische en biotische factoren in een gebied.
D
Een biotoop is hetzelfde als een ecosysteem.

Slide 5 - Quiz

Biotisch of Abiotisch?
A
Abiotisch
B
biotisch

Slide 6 - Quiz

is de mens een consument, producent of een reducent?
A
consument 1e orde
B
producent
C
consument 2e orde
D
reducent

Slide 7 - Quiz

Wat is een individu?
A
B
C
D

Slide 8 - Quiz

Wat zie je in deze
kringloop?
A
Dat alle dieren elkaar eten.
B
Dat alles in de natuur wordt gebruikt en opgeruimd.
C
Dat aaseters belangrijker zijn dan planteneters.
D
Dat maden vieze dieren zijn.

Slide 9 - Quiz

Fotosynthese gebeurt ook 's nachts
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

De koolstofkringloop is belangrijk voor het leven omdat:
A
planten zuurstof omzetten in water
B
planten zuurstof produceren
C
planten door fotosynthese glucose maken en CO2 opnemen
D
er door verbranding CO2 vrijkomt

Slide 11 - Quiz

In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen verbranding? Meerdere antwoorden mogelijk.

A
Producenten
B
Reducenten
C
Consumenten
D
Afvaleters

Slide 12 - Quiz

Wat geven dieren in de koolstofkringloop door aan bacteriën en schimmels?
A
Afgevallen blaadjes
B
Verbranding
C
Dode resten en uitwerpselen
D
Fotosynthese

Slide 13 - Quiz

is een plant een consument, producent of een reducent?
A
consument 1e orde
B
producent
C
consument 2e orde
D
reducent

Slide 14 - Quiz

Biotisch of Abiotisch?
A
Abiotisch
B
biotisch

Slide 15 - Quiz

is een mier een consument, producent of een reducent?
A
consument 1e orde
B
producent
C
consument 2e orde
D
reducent

Slide 16 - Quiz

1. In een ecosysteem wordt de populatie nooit groter
2. De populatiegrootte schommelt meestal rond het biologisch evenwicht
A
1= waar 2=niet waar
B
1 = waar 2=waar
C
1=niet waar 2=waar
D
1=waar 2=niet waar

Slide 17 - Quiz

biotisch of abiotisch
A
Abiotisch
B
Biotisch

Slide 18 - Quiz

Wanneer spreken we van een biologisch evenwicht?
A
Als de populatiegrootte altijd hetzelfde is
B
Als de populatie groot is
C
Als de populatiegrootte rond een gelijke waarde schommelt
D
Als de dieren in een populatie even zwaar zijn

Slide 19 - Quiz

is een bacterie een consument, producent of een reducent?
A
consument 1e orde
B
producent
C
consument 2e orde
D
reducent

Slide 20 - Quiz

Wat zie je hier?
A
levensgemeenschap
B
Ecosysteem
C
populatie
D
biosfeer

Slide 21 - Quiz