znm - bnm - ww

Wat ga je leren?

We oefenen de woordsoorten:
- zelfstandig naamwoord
- bijvoeglijk naamwoord
- werkwoord
Lesdoel: 

Je leert de woordsoorten te benoemen in een zin.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat ga je leren?

We oefenen de woordsoorten:
- zelfstandig naamwoord
- bijvoeglijk naamwoord
- werkwoord
Lesdoel: 

Je leert de woordsoorten te benoemen in een zin.

Slide 1 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord

Slide 2 - Carte mentale

Bijvoeglijk 
naamwoord

Slide 3 - Carte mentale

Werkwoorden

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Vidéo

Welke woordsoort is "school" in deze zin?
De jongen fietst naar school.
A
zelfstandig naamwoord
B
lidwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 6 - Quiz

Welke woordsoort is "grote" in deze zin?
De grote ballon vliegt door de lucht.
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord

Slide 7 - Quiz

Welke woordsoort is "het" in deze zin?

Het kindje is heel moe.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
lidwoord

Slide 8 - Quiz

Welke woordsoort is "glimt" in deze zin?
De rode auto glimt zo mooi.
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quiz

Wat is het hulpwerkwoord?
De jongen is vroeg naar school gekomen.
A
gekomen
B
vroeg
C
jongen
D
is

Slide 10 - Quiz

Wat is in deze zin het hulpwerkwoord?
Wij hebben gisteren boerenkool gegeten.

Slide 11 - Question ouverte

Wat is in deze zin het voltooid deelwoord?
Heeft iemand onze hond gezien?
A
Heeft
B
hond
C
gezien
D
iemand

Slide 12 - Quiz

Wat is in deze zin het voltooid deelwoord?
Zij heeft een lekker kopje thee gezet.

Slide 13 - Question ouverte


Wat heb JIJ geleerd deze les?

Slide 14 - Question ouverte

Weet je nog wat het lesdoel was?
Is dat gelukt?

Slide 15 - Question ouverte