Past Simple

Past Simple
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Past Simple

Slide 1 - Diapositive

Good Morning!

Slide 2 - Diapositive

Past simple

Slide 3 - Diapositive

Lesson goals
- Je weet welke tijd de Past Simple is
- Je kent de regels van de Past Simple

Slide 4 - Diapositive

Past Simple
De verleden tijd noemen we in de Engelse taal de past simple.
 

  •  Wanneer gebruik je de past simple?
  • Hoe maak je de past simple?
  • Uitzonderingen van de past simple

Slide 5 - Diapositive


Past Simple
1. Wanneer gebruik je de past simple?


2. Hoe maak je de past simple: regular?


3. Hoe maak je de past simple: irregular?

Slide 6 - Diapositive


Past Simple
1. Wanneer gebruik je de past simple?

Je gebruikt de ''past simple'' om te praten over het verleden. De actie of gebeurtenis is gestopt. Er is geen link nu. 

Slide 7 - Diapositive


Past Simple

2. Hoe maak je de past simple: regular verbs (regelmatige werkwoorden)? 

Je voeg -(e)d aan het werk woord 
ww+ed
I played football.  She opened her book. They visited Rome. 

Slide 8 - Diapositive

 RWW Spelling
- Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:
I live - I lived
you move - you moved


- In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:
I drop - I dropped
they plan - they planned

Slide 9 - Diapositive

 RWW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -y, dan komt er in de past simple een -ied achter:
I carry- I carried
you study- you studied

In de past simple komt er een -ed achter als er een klinker voor staat:
I play - I played

Slide 10 - Diapositive

Vragen en ontkenningen
Bij alle werkwoorden (regelmatig en onregelmatig) hetzelfde:

Vragen:                         Did + onderwerp + hele werkwoord
                                         Did you see the rainbow?
Ontkenningen:          Onderwerp + didn't + hele werkwoord
                                          I didn't see the rainbow.

Slide 11 - Diapositive

Klopt! 
Klopt niet! 
Een regelmatige past simple (+) eindigt altijd op -ed
Onregelmatige vormen moet je uit je hoofd leren
Je gebruikt de past simple voor dingen die altijd waar zijn. 
Je ontkent een past simple door didn't plus het hele werkwoord te gebruiken 
Je maakt vragen in de past simple met didn't plus hele werkwoord

Slide 12 - Question de remorquage

Past Simple:

Wat zijn de signaalwoorden van de Past Simple?
A
Tomorrow, next week, in 2025,
B
Last month, yesterday, a month ago, in 2012
C
Today, now,
D
again, always, constantly

Slide 13 - Quiz

Past Simple:

Wat is de regel van de past simple?
A
hele ww+ - ed
B
hele ww+-s
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 14 - Quiz

Past Simple of
''work''?

Slide 15 - Question ouverte

Past Simple of
''live''?

Slide 16 - Question ouverte

Past Simple of
''cry''?

Slide 17 - Question ouverte

Past Simple of
''plan''?

Slide 18 - Question ouverte

I _____ (change) my flight yesterday.

Slide 19 - Question ouverte

The boys _____ (call) the police last week.

Slide 20 - Question ouverte

Vragen en ontkenningen


Vragen:                         Did + onderwerp + hele werkwoord
                                         Did you see the rainbow?
Ontkenningen:          Onderwerp + didn't + hele werkwoord
                                          I didn't see the rainbow.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Lien

Slide 23 - Lien

Slide 24 - Lien

Slide 25 - Diapositive

I can use past simple.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Sondage

Homework

Zie magister!

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive


Past Simple

3. Hoe maak je de past simple: irregular?
Bij onregelmatige werkwoorden verandert de vorm van het werkwoord. Zo wordt bijvoorbeeld
go-went, eat-ate, buy- bought 

We went to the cinema. 
I ate a sandwich yesterday. 
He bought a new car. 

Slide 29 - Diapositive

Past Simple - OWW

Er zijn geen regels voor de OWW, je moet ze uit je hoofd leren. Je pakt voor de Past Simple de 2e rij

see - saw 
make - made 

Slide 30 - Diapositive

The Past Simple
Bij regelmatige ww                     Bij onregelmatige ww
altijd het hele WW + ed

Je gebruikt de Past Simple als je zeker 
weet dat iets in het verleden gebeurd is
en nu afgelopen is.

2e rij (Past Simple)

Slide 31 - Diapositive

Vragen en ontkenningen
Bij alle werkwoorden (regelmatig en onregelmatig) hetzelfde:

Vragen:                         Did + onderwerp + hele werkwoord
                                         Did you see the rainbow?
Ontkenningen:          Onderwerp + didn't + hele werkwoord
                                          I didn't see the rainbow.

Slide 32 - Diapositive

Write past simple of ''to have''?

Slide 33 - Question ouverte

Write past simple of ''to wear''?

Slide 34 - Question ouverte

Write past simple of ''to know''?

Slide 35 - Question ouverte

Write past simple of ''to drive''?

Slide 36 - Question ouverte