Spelling - Blok 3, week 2, les 2
1 / 26
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
terr..n
sl..tage
st..ger
h..mwee
gel..kenis
refr..n
..del
ol..ven
ei
ij
Slide 2 - Question de remorquage
Wat is juist?
fluwelen
fluuwelen
Slide 3 - Sondage
Wat is juist?
het jojootje
het jojotje
Slide 4 - Sondage
Wat is juist?
genijaal
geniaal
Slide 5 - Sondage
Wat is juist?
thematisch
thematish
Slide 6 - Sondage
Wat is juist?
het café
het cafè
Slide 7 - Sondage
Wat is juist?
de machine
de maschine
Slide 8 - Sondage
Slide 9 - Diapositive
bis.....
Slide 10 - Question ouverte
ent.....
Slide 11 - Question ouverte
sc...
Slide 12 - Question ouverte
bo....lon
Slide 13 - Question ouverte
ch............ns
Slide 14 - Question ouverte
int.......
Slide 15 - Question ouverte
sp........rs
Slide 16 - Question ouverte
sp.........i
Slide 17 - Question ouverte
cr..........t
Slide 18 - Question ouverte
Woord
Slide 19 - Question ouverte
Woord
Slide 20 - Question ouverte
Woord
Slide 21 - Question ouverte
Zin
Slide 22 - Question ouverte
Zin
Slide 23 - Question ouverte
Schrijf opnieuw
milkshakes, yoghurt
milkshakes, yoghurt
Slide 24 - Question ouverte
Zin
Slide 25 - Question ouverte
Schrijf opnieuw
mayonaise, quiche
mayonaise, quiche
