T4 Les 5: Bouwstenen van een verhaal

les 5 - literaire bouwstenen
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

les 5 - literaire bouwstenen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Wat heb je nodig?
  •  werkboek p. 34 - 45
  • balpen
  • bundel Bouwstenen van een verhaal

Slide 3 - Diapositive

Ronde 1
We lazen het fragment uit Jij en ik op p. 34
--> vertel elkaar wat je je herinnert van het verhaal.

timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

thema van het verhaal
  • samen te vatten in één woord of kernzin
  • soms meerdere thema's
  • persoonlijke interpretatie


Slide 5 - Diapositive

Ronde 2
Dezelfde nummers gaan bij elkaar zitten en vullen de bundel voor hun eigen specialiteit in. Gebruik de groene kaders.
Begrijp je alle termen? 
nummer 1 = 2. personages
nummer 2 = 3. tijd
nummer 3 = 4. ruimte
nummer 4 = 5. vertelperspectief



timer
10:00

Slide 6 - Diapositive

Ronde 3
Ga terug bij je eigen groepje zitten. Vertel wat je hebt geleerd. Vul samen de gaten in. 
Jij bent nu de expert! 
timer
10:00

Slide 7 - Diapositive

Ronde 4
Ga aan de slag met de tekst. Beantwoord de vragen over de tekst in je werkboek op p. 33 - 40 (oefening 3, 4, 5 en 6).

timer
10:00

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

tijd
historische tijd = tijdsperiode waarin het verhaal zich afspeelt heden, WOII, 1980, toekomst, middeleeuwen, ....

verteltijd versus vertelde tijd
chronologisch versus niet-chronologisch
flashback versus flashforward
terugwijzing versus vooruitwijzing

Slide 10 - Diapositive

vooruitwijzing
Ik schudde zijn hand als een laatste strohalm. Later zou hij ons nog verraden, maar dat wist ik toen nog niet.

Slide 11 - Diapositive

terugwijzing
Ik dacht aan de keer dat hij mij verraden had en voelde hoe zijn ogen zich vulden met angst.

Slide 12 - Diapositive

ruimte
  • geografische ruimte: België, Kruisem (Marc de Bel), zee, ...
  • sfeerscheppende ruimte: donker steegje, duffe klaslokaal, zonnig terras, ...
  • sociale ruimte = boeren, adel, ...
  • symbolische ruimte 



Slide 13 - Diapositive

symboliek

Slide 14 - Diapositive

vertelperspectief
ik-verteller versus hij-verteller

Ik kan vertellen of beleven.
VERTELLENDE versus BELEVENDE IK-VERTELLER

Hij/zij weet alles of maakt het persoonlijk mee.
ALWETENDE versus PERSONELE HIJ-VERTELLER

Slide 15 - Diapositive

personages
Lorenzo is een vol karakter
- meer karaktertrekken
- innerlijke en uiterlijke evolutie

Mijn gelaatstrekken waren veranderd door de puberteit.

Slide 16 - Diapositive

literaire bouwstenen in de tekst
Zet je terug in groepjes en ga aan de slag met de tekst.
Gebruik je samenvatting om de vragen te beantwoorden van oefening 3, 4, 5 en 6 (p. 33-40)
timer
20:00

Slide 17 - Diapositive

tijd


tip: teken een tijdlijn met gebeurtenissen in je verhaal
verteltijd - vertelde tijd

Slide 18 - Diapositive

ruimte
sociale ruimte:
rijkere klasse

- moeder rijdt met een BMW
- Engelse school met bemiddelde Italianen die zich het schoolgeld konden veroorloven

Slide 19 - Diapositive


Lees het artikel op p. 40 en beantwoord de vragen op p. 41. 

Slide 20 - Diapositive

Wat is het thema?
(oefening a)

Slide 21 - Carte mentale

Slide 22 - Diapositive

Zou jij zo'n rol durven vertolken in een film?
Ja
Nee

Slide 23 - Sondage

p. 41
Lees de vragen:
  • oefening 9: personages
  • oefening 10: tijd & ruimte

We bekijken het fragment. Ondertussen beantwoord je de vragen.


Slide 24 - Diapositive

Wat vind je van de acteerprestaties?
Goed
Op weg
Onvoldoende

Slide 25 - Sondage

Wat vind je van het verhaal?
Interessant
Saai
Leuk
Raar

Slide 26 - Sondage

p. 42
Lees het fragment en beantwoord de vragen 
van oefening 11, 12, 13, 14. 

tip: maak gebruik van je bundel!

Slide 27 - Diapositive

Bespreek je mening over de stellingen met je buur. (oefening 11)
timer
2:00

Slide 28 - Diapositive

Wat is het vertelperspectief?
Weet je ook waarom? (oefening 12)
A
personeel vertelperspectief
B
vertellende ik
C
belevende ik
D
auctorieel vertelperspectief

Slide 29 - Quiz

een belevende ik
- geschreven in ik-persoon
- tegenwoordige tijd
- lezer weet even veel als het personage

Slide 30 - Diapositive

Wie is de protagonist? (13.e)
A
Jimmy
B
Skylar
C
Papa
D
Agent

Slide 31 - Quiz

Creëer de sfeer: hoe zou het politiebureau eruit zien? (14.b)
Beschrijf in 1 volledige zin.

Slide 32 - Question ouverte

Wat is de vertelde tijd? (14.c)

Slide 33 - Diapositive

Wat is de vertelde tijd? (14.c)
zaterdagavond    -->     maandagmiddag
   voorval                             in politiebureau 

Ik zit hier nu al een uur en word ondervraagd over Jimmy, over afgelopen zaterdagavond. 
Aangezien het maandag is, hoeft [papa] toch niet eerder dan vier uur 's middags op zijn werk te verschijnen.

Slide 34 - Diapositive

terugwijzing (14.d)


vooruitwijzing (14.e)




Slide 35 - Diapositive

terugwijzing (14.d)

Ik weet niet hoe het heeft kunnen gebeuren, afgelopen zaterdagavond.

We hebben niet meer buiten gegeten sinds mijn moeder overleden is. 
vooruitwijzing (14.e)



Ik ben deze week jarig. 

Slide 36 - Diapositive

Even herhalen...

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Hoe wordt de tijdsvolgorde in het fragment doorbroken?
A
Flashforward
B
Terugwijzing
C
Vooruitwijzing
D
Flashback

Slide 39 - Quiz

Welke rol speelt Anton Ego?
A
protagonist
B
antagonist
C
nevenfiguur
D
figurant

Slide 40 - Quiz

Omschrijf het karakter
van Anton Ego

Slide 41 - Carte mentale

Is Anton Ego een vlak of een vol karakter?
A
vlak karakter
B
vol karakter

Slide 42 - Quiz

p. 42
Lees het fragment en beantwoord de vragen 
van oefening 11, 12, 13, 14. 

timer
1:00

Slide 43 - Diapositive