Noten lezen - les 1

• Muziek
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1

Noten lezen - Les 1

lesdoel

Vandaag weet je:

wat het notensysteem is

hoe dit werkt 

hoe je  de juiste noot vind

A B C D E F G

Deze letters gebruik je bij het schrijven en lezen van de noten.

A B C D E F G

(en de rest die doet niet mee)

Waarom? Hoe?

Bekijk het volgende filmpje helemaal.

Hier wordt het helemaal duidelijk gemaakt

Dus een stukje alfabet

Maar hoe weet je nu waar je dit stukje moet beginnen?

De G-sleutel

Voor aan de balk staat de G - sleutel.

De G – sleutel is zo ontstaan:

  

De G-sleutel

De G - sleutel geeft aan dat op de tweede lijn de noot G ligt

  

Notenbalk

een balk die bestaat uit 5 lijnen

hoog of laag kun je zien aan de plek op de notenbalk

De onderste lijn is de eerste; we tellen dus van onder naar boven

Notenbalk

De noten tekenen we als bolletjes:

• afwisselend door een lijn

• of tussen de lijnen

Wat is dit?

1. Master sleutel
2. Viool sleutel
3. C sleutel
4. G sleutel

Wat geeft dit teken aan?

1. waar de F staat op de notenbalk
2. waar je start op de notenbalk
3. waar de tellen staan op de notenbalk
4. waar de G staat op de notenbalk

Toonhoogte

• Je weet nu de namen van de noten

       (abcdefg)

• Je weet nu dat de G-sleutel de G aangeeft

Hoe weet je nu alle notennamen op je juiste plaats?

Bekijk het volgende filmpje helemaal.

Welke noten staan op de onderste balk?

Bekijk dit lied.

Welke noten moet je hier spelen?

1. e c d
2. f a g
3. b g a
4. d e a

Hoeveel verschillende toonhoogtes moet je hier spelen?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 22

En dat klinkt dan zo...

GAB lied

Basis begrippen

Vioolsleutel/ G sleutel                                                Halve noot (2 tellen)

Notenbalk                                                                         Kwartnoot (1 tel)

Vierkwartsmaat

                                                                                                      Maat

 

Was het zo duidelijk?

notennamen: 

ABCDEFG

plaats van de noten (toonhoogte)

Beschouw jij jezelf als een beginner (1), iets meer dan een beginner (2), of een gevorderde leerling (3)?