De Magie van Roux: Leer Hoe je een Perfecte Roux Maakt!

• Koken
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

De Magie van Roux: Leer Hoe je een Perfecte Roux Maakt!

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je een roux maken met 50 gram boter en 60 gram bloem, weet je waar het voor gebruikt wordt en kun je het toepassen.

Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten.

Wat weet je al over roux?

Wat is roux?

• Roux is een mengsel van boter en bloem dat wordt gebruikt als basis voor sauzen en soepen.

Leg uit wat roux is en waar het voor gebruikt wordt.

Verhoudingen

Voor een  goede verhouding  roux gebruik je 50 gram boter en 60 gram bloem en daarbij 900 ml (bouillon)

om er verder een basissmaak aan te geven voeg je ui, wortel en prei toe. En laurier en kruidnagel. Dit noemen we de mirepox, en deze snijden we 'en dés'

Leg de juiste verhoudingen uit aan de studenten.

Stap 1: Smelt de boter

Smelt de boter in een pan op laag vuur.

Demonstreer het smelten van de boter aan de studenten.

Stap 2: Voeg de bloem toe

voeg de mirepox toe

Voeg de bloem toe aan de gesmolten boter en roer goed door.

Laat de studenten zien hoe ze de bloem aan de gesmolten boter moeten toevoegen.

Stap 3: Kook de roux

Kook de roux op laag vuur terwijl je blijft roeren, totdat het een een korrelige structuur heeft.

Laat de studenten zien hoe ze de roux moeten koken en de gewenste kleur moeten bereiken.

Toepassingen van roux

Roux wordt gebruikt als basis voor sauzen en soepen en salpicon.

Beschrijf de verschillende toepassingen van roux aan de studenten.

Oefening

Maak een roux met 50 gram boter en 60 gram bloem en gebruik hiervan gaan we tomatensoep maken..

Laat de studenten in groepen werken en hun eigen roux maken en toepassen.

recept 

50 gram boter 

60 gram bloem

900 ml water

15 gram bouillonpoeder

laurier, wortel

  ui.

prei

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.