werkwoorden tt

Lodewijk en Maaike _____________ vaak in de problemen. (komen)
1 / 30
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Lodewijk en Maaike _____________ vaak in de problemen. (komen)

Slide 1 - Question ouverte

Jij _____________ de leukste mensen.
(ontmoeten)

Slide 2 - Question ouverte

Ik _____________ mijn nieuwe broek.
(dragen)

Slide 3 - Question ouverte

Jij _____________ altijd veel te hard.
(fluisteren)

Slide 4 - Question ouverte

Randy en Sem _____________ door de kamer.
(hinkelen)

Slide 5 - Question ouverte

Ik _____________ een solo in het toneelstuk. (zingen)

Slide 6 - Question ouverte

Ik _____________ het schaap kaal. (scheren)

Slide 7 - Question ouverte

Jij _____________ me er eentje!
(zijn)

Slide 8 - Question ouverte

Morgen _____________ ik je hoe mijn weekend was. (vertellen)

Slide 9 - Question ouverte

Jij _____________ steeds van de onweer.
(schrikken)

Slide 10 - Question ouverte

Ramon en Imke _____________ alle sla fijn. (snijden)

Slide 11 - Question ouverte

Dania _____________ van haar heerlijke milkshake. (genieten)

Slide 12 - Question ouverte

_____________ jij het glas tot aan de rand? (vullen)

Slide 13 - Question ouverte

Ik _____________ dat ik de toets goed gemaakt heb. (hopen)

Slide 14 - Question ouverte

Hij _____________ een ijsje voor zijn zusje. (kopen)

Slide 15 - Question ouverte

Ik _____________ van mijn stoel.
(vallen)

Slide 16 - Question ouverte

Jij _____________ elk jaar naar Denemarken.
(reizen)

Slide 17 - Question ouverte

Iris _____________ altijd vals.
(zingen

Slide 18 - Question ouverte

Morgen _____________ ik van de glijbaan. (glijden)

Slide 19 - Question ouverte

Volgend jaar _____________ hij in de zomer naar Duitsland. (fietsen)

Slide 20 - Question ouverte

Sepke en Jis _____________ helemaal niet op elkaar. (lijken)

Slide 21 - Question ouverte

Gijs _____________ mee voor spek en bonen. (doen)

Slide 22 - Question ouverte

Wij _____________ dat ieders wensen uitkomen. (hopen)

Slide 23 - Question ouverte

Kim _____________ de kat van de buren.
(aaien)

Slide 24 - Question ouverte

Jij _____________ eerst je rekenen afmaken. (moeten)

Slide 25 - Question ouverte

Fiona _____________ graag een prinses met heel lang haar.
(tekenen)

Slide 26 - Question ouverte

Mijn neefje _____________ vanavond bij mij thuis. (verblijven)

Slide 27 - Question ouverte

Geraldine _____________ vanmiddag spelen. (blijven)

Slide 28 - Question ouverte

De juffen _____________ de zandbak met zand.
(vullen)

Slide 29 - Question ouverte

_____________ ik zo hard genoeg?
(roeren)

Slide 30 - Question ouverte