Begin
De Bijbeltekst van deze week.
1 / 26
Éléments de cette leçon
De Bijbeltekst van deze week.
Slide 1 - Question ouverte
Woorden met au
Slide 2 - Carte mentale
(hinkelen)
Ik _____________ gisteren naar huis.
Ik _____________ gisteren naar huis.
Slide 3 - Question ouverte
52 x 7 =
Slide 4 - Question ouverte
(tekenen) Fiona _____________ graag een prinses met heel lang haar.
Slide 5 - Question ouverte
529 x 8 =
Slide 6 - Question ouverte
Woorden met ou
Slide 7 - Carte mentale
(begroeten) Vorig jaar ______ Jayden de burgemeester.
Slide 8 - Question ouverte
1/5 deel van 250
Slide 9 - Question ouverte
(antwoorden)
Jij _____________ altijd voor je beurt.
Jij _____________ altijd voor je beurt.
Slide 10 - Question ouverte
3/4 deel van 360
Slide 11 - Question ouverte
Formule voor omtrek...
Slide 12 - Question ouverte
(proeven) Gisteren _____________ alle leraren van de nieuwe schoolmelk.
Slide 13 - Question ouverte
Wat heb je tot nu toe geleerd?
Slide 14 - Carte mentale
Formule voor oppervlakte...
Slide 15 - Question ouverte
(vergroten)
Toen _____ jij de ruimte in het lokaal.
Toen _____ jij de ruimte in het lokaal.
Slide 16 - Question ouverte
Vereenvoudig de breuk: 5/30
Slide 17 - Question ouverte
(branden)
Ik ______ mijn vingers aan het fornuis.
Ik ______ mijn vingers aan het fornuis.
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
de bibliothecaris
Slide 20 - Question ouverte
verftekeningen, je ziet ze vaak op treinen of op gebouwen.
Slide 21 - Question ouverte
Aan zijn lippen hangen
Slide 22 - Question ouverte
Afdeling van een regering. De minister is hier de baas.
Slide 23 - Question ouverte
De voorkant van een tijdschrift
Slide 24 - Question ouverte
De moedertaal is de taal die je als eerst leert van je ouders.
Waar
Niet waar
Slide 25 - Sondage
Als je iemand wegstuurt. Bijvoorbeeld iemand uit de klas naar de gang sturen.
