Week 50-1

www.lessonup.com
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

www.lessonup.com

Slide 1 - Diapositive

Log in met de code links onderin
Tijdens deze manier van werken moet er rust zijn in de klas

Slide 2 - Diapositive

Wat is :
la carte s'il vous plaît
A
de rekening alstublieft
B
de kaart alstublieft
C
de plattegrond alstublieft
D
Eet smakelijk

Slide 3 - Quiz

Vertaal:
Vous avez deux croissants?
A
Heeft u twee stokbroden?
B
Heeft u twee chocoladebroodjes?
C
Heeft u twee croissants?
D
Heeft u drie croissants?

Slide 4 - Quiz

Vul Franse werkwoorden op -er toe die jij al kent.
Werkwoorden op -er

Slide 5 - Carte mentale

Hoe maak je de stam van een Frans werkwoord b.v. parler?

Slide 6 - Question ouverte

Wat komt er achter de Stam bij de
ik-vorm?

Slide 7 - Question ouverte

Sleep het juiste antwoord naar de juiste vorm
parles
parlons
parle
je (parler)
Nous (parler)
tu (parler)

Slide 8 - Question de remorquage

Sleep het juiste antwoord naar de juiste vorm
parlent
parle
parlez
vous (parler)
il/elle (parler)
ils/elles (parler)

Slide 9 - Question de remorquage

Wat is stokbrood in het Frans?

Slide 10 - Question ouverte

nous ( parler) en français

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf op in cijfers:
soixante

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf op in cijfers:
trente-quatre

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf op in cijfers:
cinquante-quatre

Slide 14 - Question ouverte

Schrijf op in cijfers:
vingt-sept

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal:
Je ne comprends pas

Slide 16 - Question ouverte

Trois euros cinquante =
€3,50
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Douze euros vingt-cinq=
€11,25
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

vertaal: het geld

Slide 19 - Question ouverte

2

Slide 20 - Vidéo

00:36
Wat koopt de jongen?
A
Baguettes
B
Croissants
C
Pains au chocolat

Slide 21 - Quiz

00:10
Waar zijn ze?
In een...
A
boulangerie
B
restaurant
C
supermarché

Slide 22 - Quiz

Ik ken de regel om werkwoorden op -er te vervoegen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Ik ken alle cijfers t/m 60
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage