Isotopen zijn verschillende vormen van een element met ieder een eigen atoommassa
Koolstof: 12C - isotoop (stabiel) en 14C - isotoop (radioactief)
Slide 11 - Diapositive
Relatieve vs. absolute ouderdomsbepaling
Relatief: schatting m.b.v. gidsfossielen in aardlagen --> kort op aarde hebben geleefd
Absoluut: verhouding van c14/c12 meten in fossiel--> bron 6 op blz 44
Slide 12 - Diapositive
Aan de slag!
Bestudeer bron 6
Maak daarna (netjes tekenen!) opdracht 9.
Maak daarna de andere opgaven (6-10)
Slide 13 - Diapositive
Nog even ter afsluiting:
Een beetje herhaling van erfelijkheid!
Slide 14 - Diapositive
Uit de resultaten van één bepaalde kruising is met zekerheid af te leiden, dat het gen voor korte haren dominant is. Welke kruising is dit?
A
kruising 1 x 2
B
kruising 3 x 4
C
kruising 5 x 6
Slide 15 - Quiz
Bij radijsjes worden zowel de vorm als de kleur erfelijk bepaald. De kleur kan rood, paars of wit zijn. De vorm kan lang, ovaal of rond zijn. Het fenotype paars/ovaal is een intermediair fenotype. Een kweker voert de volgende kruisingen uit: kruising A: planten met rode, ronde radijs x planten met witte, ovale radijs, kruising B: planten met rode, lange radijs x planten met witte, ronde radijs, kruising C: planten met paarse, ronde radijs x planten met paarse, lange radijs, kruising D: planten met paarse, ovale radijs x planten met paarse, ovale radijs. Uit elke kruising ontstaan evenveel nakomelingen. Bij welke van deze kruisingen ontstaan de meeste nakomelingen met paarse, ovale radijsjes?