Aandoeningen van het urinewegstelsel, deel 2 (pathologie)

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Zoek op: wat gebeurt er bij nierfalen?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Tekst
Prerenale oorzaak
Renale oorzaak
Postrenale oorzaak
Acute glomerulonefritis
Shock (circulaire stoornis)
Uretersteen (verstopping urine)

Slide 6 - Question de remorquage

Beschrijf enkele symptomen van acuut nierfalen.

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Een verminderde uitscheiding van urine (minder dan 500 ml/24 uur) noemen we:
A
Anurie
B
Hematurie
C
Oligurie
D
Urinestase

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Waarom is een hoog kaliumgehalte in het bloed gevaarlijk?
A
Risico op CVA
B
Risico op hartstilstand
C
Risico op nierkanker
D
Risico op oedeem

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Wat is het doel van nierdialyse (hemodialyse)?
A
Afvalproducten verwijderen
B
Diurese op gang brengen
C
Filtratie van de glomeruli bevorderen
D
Functie van de nier herstellen

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Diapositive

Een hoog ureum en een laag GFR duidt op:
A
Sepsis
B
Nierinsufficientie
C
Cystitis
D
Niercelcarcinoom

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Bij welk geslacht komen urineweginfecties vaker voor?
A
Mannen
B
Vrouwen

Slide 17 - Quiz

Zorgvragers met een blaaskatheter hebben een grotere kans op een urineweginfectie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Welke adviezen geef je zorgvragers om een urineweginfectie te voorkomen?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Een pyelonefritis is vaak een complicatie van
A
Glomerulonefritis
B
Cystitis
C
Urolithiasis
D
Dialyse

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Opdracht
Beschrijf wat bovenstaande ontstekingen inhouden? (max 10 min.)

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive