Hoofdstuk 9 paragraaf 4 Propaganda en communicatie

Propaganda en communicatie
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 9 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Propaganda en communicatie

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Leerdoel: Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: propaganda- en communicatiemiddelen en massaorganisatie.'

Slide 4 - Question ouverte

Geef 3 motieven voor oorlogspropaganda.

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Vidéo

Oorlogspropaganda
  • In september 1914 verscheen in een populair Brits tijdschrift de Britse minister van Oorlog Lord Kitchener. (Zie rechts)
  • Deze afbeelding zou een belangrijk middel voor propaganda worden. 
  • Propaganda is een middel om een bepaald idee te verspreiden of te beinvloeden. 
  • Deze afbeelding moest de Britse bevolking zo beinvloeden dat zij zich aan zouden melden voor het leger, omdat in Groot-Brittannie geen dienstplicht bestond en daarom het leger meer vrijwilligers nodig. 
  • Tijdens de Eerste Wereldoorlog zou er een sterk impuls gegeven worden aan de propaganda. 
  • Dit om de bevolking van deelnemende landen te overtuigen dat het nodig was om offers te brengen voor het winnen van de oorlog. 

Slide 7 - Diapositive

Oorlogspropaganda
  • Om het oorlogspropaganda te stroomlijnen richt de Britse regering de War Propaganda Bureau op. 
  • War Propaganda Bureau nam de beste schrijvers en kunstenaars in dienst. 
  • Deze schrijvers en kunstenaars zetten de Duitsers zo neer dat de Eerste Wereldoorlog een strijd was tussen De Beschaving en de barbaarse hunnen (Duitsers)

Slide 8 - Diapositive

Oorlogspropaganda
  • De afbeelding met Lord Kitchener was zo succesvol dat de Amerikanen, deze afbeelding ook gaan gebruiken. 
  • Alleen dan met Uncle Sam (Amerika.)

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Massaorganisaties
  • Propaganda is niet iets van de 20ste eeuw. 
  • Tijdens de reformatie vielen katholieken en protestanten elkaar al aan.
  • In Frankrijk tijdens de Franse Revolutie maakten de Franse al gebruik van propaganda. 

Slide 11 - Diapositive

Leg het verband uit tussen propaganda en het algemeen kiesrecht.

Slide 12 - Question ouverte

Massaorganisaties
  • Door de uitbreiding van het kiesrecht  konden meer kiezers beinvloed worden. 
  • Door de komst van de trein en krant werden de verste uithoeken verbonden met het centrum. 

Slide 13 - Diapositive

Massaorganisaties
  • Rond 1900 gingen politieke partijen zich ontwikkelen tot massaorganisaties. 
  • Zelfde tijd gingen vakbonden zich ontwikkelen tot massaorganisaties. 
  • Politieke partijen en vakbonden ging zich tot massaorganisaties ontwikkelen door jeugd verenigingen te starten waar kinderen geschoold werden of ontspanningsactiviteiten deden. 
  • Ze leerde daar ook marcheren met uniformen, vlaggen en andere symbolen. 

Slide 14 - Diapositive

Leg het verband uit tussen propaganda en nieuwe communicatie middelen.

Slide 15 - Question ouverte

Radio en Film
  • Voor propaganda werden ook moderne communicatiemiddelen ingezet, zoals film en radio. 
  • De eerste Britse oorlogsfilm 'The Battle of the Somme' trok 19 miljoen kijkers. 
  • In 1927 werd de mogelijkheid van film door de opkomst van de geluidsfilm. 
  • Door de komst van de geluidsfilm werd het morgelijk om ideologische boodschappen over te brengen. 
  • Door de komst van de radio konden leiders hun boodschap aan miljoenen mensen tegelijk brengen en ook nog in hun eigen huiskamer. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo

Leg het verband uit tussen propaganda en totalitaire regimes. Leg dit uit aan de hand van een voorbeeld.

Slide 19 - Question ouverte

Totalitaire propaganda
  • Totalitaire bewegingen maakten volop gebruik van moderne communicatiemiddelen voor hun propaganda. 
  • Hitler bracht niet alleen zalen en stadions vol aanhangers in vervoering maar was ook te horen op bioscoopjournaals en radio. 
  • Tegenstanders werden met de grofste middelen zwartgemaakt. 
  • De eigenmaatschappij werd verheerlijkt. 

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Totalitaire propaganda
  • Sovjetpropaganda stelde de Sovjet-Unie voor als een paradijs voor arbeiders en boeren. 
  • Onophoudelijk werd Stalin geprezen als de wijze, onfeilbare, geniale leider. 

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Totalitaire propaganda
  • Voor totalitaire regimes waren massaorganisaties belangrijk. 
  • De Nazi's verplichtte arbeiders om lid te worden van het Arbeitsfront. 
  • Hier werden deze arbeiders opgevoegd tot goede nazi's. 
  • Het arbeitsfront organiseerde filmvoorstellingen, dansavonden en groepsreizen om de arbeiders buiten werktijd te controleren. 

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Totalitaire propaganda
  • Alle jongens moesten lid zijn van de Hitlerjugend. 
  • Die eiste een groot deel van hun vrije tijd op. 
  • Hier kregen zij een uniform en leerde zij vechten. 
  • Hier werden de jongens opgevoed hoe zij een goede nazi konden zijn. 

Slide 26 - Diapositive

Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: propaganda- en communicatiemiddelen en massaorganisatie.'

Slide 27 - Question ouverte

Aan de slag: Huiswerk
  • Maken paragraaf 9.4. 
  • Nakijken paragraaf 9.4. 

Slide 28 - Diapositive