H3P1 Nieuwe koninkrijken

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 3: kastelen, kloosters en steden

Paragraaf 1: leven op het platteland

Nieuwe koninkrijken

Lezen blz 125 + 126

Nieuwe koninkrijken:

Nieuwe koninkrijken:

In de 4e eeuw ontstonden grote problemen in het Romeinse rijk:

1. Het leger was te klein om het rijk te beschermen;
2. Het volk moest hoge belastingen betalen;
3. Opvolging van keizers zorgde voor onrust.
   

In 395 werd het Romeinse Rijk in tweeën gesplitst;

In 395 werd het Romeinse Rijk in tweeën gesplitst;

West Romeinse Rijk en Oost Romeinse Rijk.

Toen het West Romeinse Rijk uit elkaar viel trokken Germaanse volken hier binnen;

Toen het West Romeinse Rijk uit elkaar viel trokken Germaanse volken hier binnen;

Deze grote verplaatsing noemen we volksverhuizingen.

Wat betekent de grote volksverhuizing?

1. Dat verschillende volken naar het Romeinse rijk kwamen.
2. Dat verschillende volken weggingen uit het Romeinse rijk.
3. Dat de Romeinen steeds gingen verhuizen.

De Germanen stichtten nieuwe koninkrijken;

Koninkrijken worden bestuurd door...

De Germanen stichtten nieuwe koninkrijken;

Deze werden bestuurd door een koning.

Hoe noemen we de periode na de Grieken en de Romeinen?

Deze nieuwe periode heet de middeleeuwen.

Maken:

Opdracht 1 t/m 4

Blz. 124 t/m 127

Maken:

Opdracht 5 + 6

Blz. 128

 Vorige les...

Wat is géén probleem dat ontstond in het Romeinse Rijk?

1. Het leger was te klein om het rijk te beschermen
2. Het volk moest hoge belastingen betalen
3. Er werden koninkrijken gesticht
4. De opvolging van keizers zorgde voor onrust

Leg uit wat er bij volksverhuizingen aan de hand was

Veilig op een domein:

Lezen blz. 127 + 129

Veilig op een domein:

Tijdens de volksverhuizingen was er voortdurend oorlog;

Veilig op een domein:

Tijdens de volksverhuizingen was er voortdurend oorlog;

Steden werden geplunderd en mensen werden beroofd.

Wegen werden slecht onderhouden;

Wegen werden slecht onderhouden;

Hierdoor was er bijna geen handel meer.

Veel mensen trokken naar het platteland;

Veel mensen trokken naar het platteland;

Zij zochten bescherming bij een machtige boer.

Sommige boeren kregen veel grond in bezit;

Sommige boeren kregen veel grond in bezit;

Zij werden zo heer van een domein.

Wie was de baas op een domein?

Het hofstelsel:

Het hofstelsel:

Een domein bestond uit 3 delen:

1. Woeste gronden
2.  Grond van de heer
3. Grond waar de horigen woonden en werkten
   

Er waren afspraken tussen de heer en de horigen;

Er waren afspraken tussen de heer en de horigen;

Zij werkte voor de heer in ruil voor land.

Hofstelsel

1. Een groep machtige boeren.
2. Boeren die in ruil voor bescherming op het land van een heer werken

Horigen moesten ook herendiensten verrichten voor de heer.

Het stelsel van heren en horigen heet het hofstelsel.

Niet alle boeren werden horigen;

Niet alle boeren werden horigen;

Er waren ook vrije boeren.

Wat hoort NIET bij het hofstelsel?

1. De heer geeft bescherming aan de horige
2. Horigen moesten herendiensten verrichten
3. De horige geeft een deel van de opbrengst van het land aan de heer
4. De heer helpt de horige op het land tijdens de oogsttijd

Maken:

Opdracht 5 t/m 10
Blz. 128 t/m 131