7.5 Voedselketens 4H 2122

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Paragraaf 1 Dierenwelzijn

Paragraaf 7.5 voedselketens

Hoofdstuk 7

7.1 Soorten

7.2 Populaties

7.3 Samen leven

7.4 Relaties

7.5 Voedselketens

Doel 7.5

• Je leert welke voedselrelaties er in een ecosysteem zijn
• Je leert hoe de energiestroom veloopt in een voedselketen

Voedselrelaties

Herbivoren - planteneters

Carnivoren - vleeseters

Omnivoren - alleseters

Voedselrelaties

Producenten

Consumenten

Afvaleters

Reducenten

Voedselketen

Begint altijd bij een producent (plant/ alg)

Pijlen in de richting van de energie

Producenten

Zetten energie (bijvoorbeeld uit zonlicht) om in chemische energie (vastgelegd in glucose).

Autotroof = maakt zelf organische stoffen uit anorganische stoffen.

Voedselketen

Consumenten eten producenten of elkaar.

Consument die een producent eet heet een consument van de eerste orde

Consumenten

Voeden zich met andere organismen

Heterotroof = maken gebruik van organische stoffen van andere organismen. Halen hun energie uit hun voedsel.

Deze chemische energie kan bijvoorbeeld worden omgezet in kinetische energie (beweging) of warmte 

Voedselketen

Consumenten die consumenten van de eerste orde eten heten consumenten vand e tweede orde

Voedselketen

In een voedselketen gaan de pijlen met de energiestroom mee

Voedselweb

Voedselweb is een combinatie van voedselketens

Voedselweb

* Pijlen

* Schakels (elke soort aparte schakel)

Doel 7.5

• Je hebt geleerd welke voedselrelaties er in een ecosysteem zijn
• Je hebt geleerd hoe de energiestroom veloopt in een voedselketen

Begrippen 7.5

omnivoren, carnivoren, herbivoren, consumenten, heterotroof, kinetische energie, warmte, autotrofe organismen, zonlicht, chemische energie, biobrandstof, voedselketen, energiestroom, consumenten van de eerste orde/ tweede orde, trofisch niveau, voedselweb

HUISWERK

In de online methode.

Maak de opdrachten van

7.5: Leerroute B