werkwoordsvormen

1. persoonsvorm
- verandert bij de tijd

Ik liep over straat --> ik loop over straat
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

1. persoonsvorm
- verandert bij de tijd

Ik liep over straat --> ik loop over straat

Slide 1 - Diapositive

Infinitief
Is altijd het hele werkwoord!
(ook wel de "wij" vorm)

Ik zal na schooltijd mijn hond goed verzorgen

Let op! soms is de persoonsvorm ook het infinitief, in dat geval is het altijd een persoonsvorm. 

Slide 2 - Diapositive

Voltooid deelwoord
Begint met 
be-
ge-
ver-
en heeft altijd een hulpwerkwoord nodig.

Hij heeft snoep gekocht

Slide 3 - Diapositive

Werkwoordsvormen Quiz 
Bekijk de zinnen en kies steeds de juiste vorm van het (werkwoord dat tussen haakjes staat):
  1. Persoonsvorm (verandert bij de tijd/getalsproef, ook als het infinitief is, kies je voor pv) 
  2. Infinitief (heel werkwoord) 
  3. Voltooid deelwoord (begint met be, ge, ver en heeft een hulpww nodig) 

Slide 4 - Diapositive

Het kindje (heeft) het glas met sinaasappelsap helemaal leeggedronken.
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Voltooid deelwoord

Slide 5 - Quiz

Het kindje heeft het glas met sinaasappelsap helemaal (leeggedronken).
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Voltooid deelwoord

Slide 6 - Quiz

De wielrenner (heeft) door een val zijn been op twee plaatsen gebroken.
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Voltooid deelwoord

Slide 7 - Quiz

De wielrenner heeft door een val zijn been op twee plaatsen (gebroken).
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Voltooid deelwoord

Slide 8 - Quiz

Met onze ogen (kunnen) we veel kleuren beter waarnemen.
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Voltooid deelwoord

Slide 9 - Quiz

Met onze ogen kunnen we veel kleuren beter (waarnemen).
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Voltooid deelwoord

Slide 10 - Quiz

's Avonds heeft Job zijn huiswerk (gemaakt).
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Voltooid deelwoord

Slide 11 - Quiz

Tessa (zal) na schooltijd haar paard verzorgen.
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Voltooid deelwoord

Slide 12 - Quiz

Tessa zal na schooltijd haar paard (verzorgen).
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Voltooid deelwoord

Slide 13 - Quiz

(Moest) je aan het GKC wennen?
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Voltooid deelwoord

Slide 14 - Quiz

Moest je aan het GKC (wennen)?
A
Persoonsvorm
B
Infinitief
C
Voltooid deelwoord

Slide 15 - Quiz